Sproei-installaties draaien tijdens droogteperiodes op volle toeren
Foto: Jannes Wiersema
Uitleg over

Droogte

In de zomer kunnen we te maken hebben droogte. Dat komt onder andere omdat het warmer is en minder regent. De ene zomer is extremer dan de andere. Veelgestelde vragen over droogte.

In deze video beantwoordt klimatoloog Rob Sluijter drie veelgestelde vragen over droogte.

Wat is droogte?

Er is sprake van droogte als er gedurende langere tijd minder regen valt dan normaal in combinatie met grote verdamping. Dus als er meer water verdampt dan dat er bijkomt, ontstaat droogte. De droogte wordt berekend uit de hoeveelheid regen die valt, verminderd met de verdamping. Elke dag verdampt er ongeveer 5 millimeter water. De gevolgen van droogte kunnen van plaatst tot plaats zeer verschillen, afhankelijk van het type landschap en genomen beheersmaatregelen. 

Wat is verdamping?

Verdamping is een natuurkundige proces. Op land spelen planten een belangrijke rol in dit proces. De wortels nemen water uit de grond en de bladeren geven vocht af. Zon en temperatuur bepalen hoeveel er verdampt. Hoe warmer en zonniger hoe meer water er verdampt.

Waarom is droogte lastig te voorspellen?

Hoeveel water er verdampt hangt van erg veel details af. Bijvoorbeeld hoeveel zonlicht er door de wolken wordt tegen gehouden. Of hoe nat de grond is. Ook de hoeveelheid bladeren die bomen en planten hebben en hoe diep hun wortels in de grond zitten, bepalen de droogte. Relatief droge lucht en een harde wind hebben ook invloed op de verdamping. Dit alles versterkt elkaar. Want hoeveel het regent hangt weer af van de verdamping. Immers hoe minder vocht in de lucht, hoe minder wolken en hoe minder regen er valt. Daardoor kan de zon ook meer schijnen. Dit versterkt de droogte. Deze processen die elkaar versterken en beïnvloeden zijn lastig door te rekenen voor klimaatmodellen. Daarom is droogte lastig te voorspellen. 

Is er ook sprake van droogte als het regent?

Droogte ontstaat niet in één dag, maar is een proces dat langere tijd speelt. Na een paar flinke regenbuien kan het gras weer groen worden, maar de grondwaterstand nog laag. Dan kan er dus nog sprake zijn van droogte. 

Wordt het in de toekomst droger?

Er is een kans dat het in de toekomst droger wordt. In twee van de vier klimaatscenario’s uit 2014 wordt Nederland droger. De andere twee scenario’s geven niet of nauwelijks toename van droogte. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan om meer inzicht te krijgen in de kans op drogere zomers in de toekomst. Wat zeker is, is dat Zuid-Europa droger wordt en Noord-Europa natter. Nederland zit daar precies tussenin en het kan nog beide kanten op gaan. 

Vervolgonderzoek, met een klimaatmodel met een hogere resolutie, ondersteunt de scenario’s met meer droge zomers. Eind deze eeuw zal de luchtdruk boven onze omgeving in de lente wat hoger liggen, aldus de nieuwe doorrekening, met als gevolg meer zon, meer verdamping en een droger begin van de zomer. Ongeveer wat zich nu buiten afspeelt dus eigenlijk, maar dan vaker. Drijvende kracht is onder meer de toenemende hitte in Zuid-Europa. Die werpt meer zogeheten warmtelagen op en die stuwen op hun beurt meer droge oostenwind onze kant op. Met als gevolg dat we een droger, meer continentaal klimaat krijgen.

De onzekerheden in deze resultaten zijn groot, omdat deze fijnmazige berekeningen nog maar met één enkel model zijn uitgevoerd. Wel geven ze een eerste aanwijzing dat droge zomers in de toekomst mogelijk nog droger worden. Deze aanwijzing is onderwerp van lopend onderzoek in aanloop van nieuwe klimaatscenario’s waarvoor het KNMI in 2021 en 2023 publicaties uitbrengt.

Leidt klimaatverandering tot meer droogte in Nederland?

In 2018 was de droogte heviger in het binnenland dan aan de kust. Dit komt overeen met de veranderingen in aan droogte gerelateerde variabelen over langere tijd. De zomerneerslag neemt toe in het kustgebied, in het binnenland is er weinig of geen verandering te zien. De toename in temperatuur is gelijkmatig over het land, maar de toename van zonnestraling is iets groter in het binnenland. De potentiële verdamping, de verdamping van planten die voldoende water ter beschikking hebben, wordt sterk bepaald door de temperatuur en zonnestraling. Deze neemt daardoor dus meer toe in het binnenland dan in het kustgebied. In het binnenland leiden deze veranderingen dus tot een toename van droogtes, in het kustgebied is zo'n trend nog niet aangetoond.

Hoe kan het dat Nederland droger én natter wordt?

Door de opwarming van de aarde is het vaker droog. Toch zijn er ook berichten dat de neerslag juist toeneemt. Hoe kan dat? 

Warmere lucht kan meer waterdamp bevatten. Dit komt doordat naarmate het warmer is meer watermoleculen voldoende snel bewegen om te ontsnappen uit de vloeibare naar de dampfase. De toename in waterdamp is 7 procent per graad. Als in stijgende lucht de waterdamp condenseert, zal de hoeveelheid neerslag ter plekke ook toenemen met 7 procent per graad. De neerslagintensiteit (de hoeveelheid per uur) kan zelfs nog meer toenemen, als bij de hogere temperatuur meer condensatiewarmte vrijkomt waardoor de lucht sneller stijgt en zo sneller wordt ‘uitgewrongen’.

Voor extra neerslag is echter extra verdamping nodig, en daarvoor is weer extra energie nodig. Door de toename in waterdamp ontvangt het oppervlak meer warmtestraling die leidt tot 2 procent meer verdamping per graad. De neerslag, gemiddeld over de aarde, is gelijk aan de verdamping, en neemt dus ook toe met 2 procent per graad. Daar waar het regent is de toename echter zoals gezegd veel groter: 7 procent per graad of meer. Dat is, gegeven die 2 procent, alleen mogelijk als de neerslag korter duurt. In een warmer klimaat regent het gemiddeld harder én is het vaker droog. 

Dit alles geldt op wereldschaal. Op regionale schaal kunnen de veranderingen anders zijn. Grofweg geldt dat natte gebieden natter worden en droge gebieden droger. In de meest recente KNMI-klimaatscenario’s voor Nederland (2014) met in de zomer meer hogedrukgebieden en oostenwind, neemt de maximum uurneerslag per zomer rond 2050 toe met 7 tot 25 procent ten opzichte van de periode 1981-2010, terwijl het aantal natte dagen afneemt met 6 tot 10 procent.

Hoe berekent het KNMI of het droog is? 

Wereldwijd zijn er talrijke indicatoren in gebruik om droogte te monitoren. Iedere indicator heeft haar eigen specifieke plus- en minpunten.

In Nederland hanteert het KNMI al tientallen jaren het ‘potentieel neerslagtekort’. Dit is het verschil tussen de hoeveelheid neerslag die er valt en de hoeveelheid vocht die verdampt. Elke dag wordt gemeten hoeveel regen er gevallen is. En elke dag wordt berekend hoeveel water er potentieel verdampt op basis van gemeten zonneschijn en temperatuur. De toevoeging potentieel aan verdamping komt door de aanname dat de grond niet is uitgedroogd. Er wordt namelijk berekend hoeveel er theoretisch zou kunnen verdampen uit een natte bodem, maar de echte verdamping zal meestal lager zijn dan de potentiele verdamping. Omdat het neerslagtekort is berekend met deze potentiele verdamping, spreken we ook over een potentieel neerslagtekort.

Als het droog is, betekent dit dat er een potentieel neerslagtekort is. Dit potentieel neerslagtekort kijkt naar een gemiddelde van Nederland. De grafiek toont het actuele neerslagtekort, gemiddeld over het land, inclusief de verwachting voor de komende 15 dagen. Het gemiddelde wordt vergeleken met recordjaar 1976 en de 5% droogste jaren. De berekening van het neerslagtekort is in juni 2020 geactualiseerd. Ook is er, naast de grafiek, een dagelijkse kaart met regionale informatie van het neerslagtekort.

Een van de nadelen van het neerslagtekort is dat deze alleen in het zomerhalfjaar zinvol is, in de winter verdampt er bijna geen vocht. Daarom gebruiken we, net als veel andere landen wereldwijd, ook de Standardized Precipitation Index (SPI) en de Standardized Precipitation-Evapotranspiration Index (SPEI). De SPI en SPEI geven informatie over zowel droge als natte condities en is gedurende het hele jaar geldig. De SPI vergelijkt de hoeveelheid regen die is gevallen met wat er normaal aan regen volgens de klimatologie mag worden verwacht. De SPEI vergelijkt op dezelfde manier de klimatologie van het verschil tussen regen en potentiele verdamping. Voor droogtemonitoring is er wel een nadeel: bij de SPI wordt geen rekening gehouden met verdamping. De SPI vormt dan ook een aanvulling op het neerslagtekort. 

Neerslag en droogte in het verleden, heden en de toekomst zijn te zien in het klimaatdashboard.

Wat is het neerslagtekort?

In Nederland hanteert het KNMI het ‘potentieel neerslagtekort’. Dit is het verschil tussen de hoeveelheid neerslag die er valt en de hoeveelheid vocht die verdampt. Elke dag wordt gemeten hoeveel regen er gevallen is. Als het droog is, betekent dit dat er een potentieel neerslagtekort is. Dit potentieel neerslagtekort kijkt naar een gemiddelde van Nederland. De grafiek toont het actuele neerslagtekort, gemiddeld over het land, inclusief de verwachting voor de komende 15 dagen. Het gemiddelde wordt vergeleken met recordjaar 1976 en de 5% droogste jaren. De berekening van het neerslagtekort is in juni 2020 geactualiseerd. Ook is er, naast de grafiek, een dagelijkse kaart met regionale informatie van het neerslagtekort. 

Wat is de SPI?

Vanaf 2021 gebruikt het KNMI ook de Standardized Precipitation Index (SPI), als aanvulling op het neerslagtekort en de SPEI. De SPI geeft informatie over zowel droge als natte condities gedurende het hele jaar en verschillende tijdschalen. Deze neerslagindex vergelijkt de hoeveelheid regen die is gevallen met wat er normaal aan regen volgens de neerslagklimatologie mag worden verwacht.

Wat is de SPEI?

Vanaf 2021 gebruikt het KNMI ook de Standardized Precipitation-Evapotraspiration Index (SPEI), als aanvulling op het neerslagtekort en de SPI. De SPEI geeft net als de SPI informatie over zowel droge als natte condities gedurende het hele jaar en verschillende tijdschalen. Deze neerslagindex vergelijkt de hoeveelheid regen die is gevallen en de hoeveelheid water die is verdampt met wat er normaal aan regen en verdamping mag worden verwacht volgens de klimatologie. De SPEI is te zien in het klimaatdashboard. 

Waarom begint het droogteseizoen op 1 april?

In de winter verdampt er bijna geen vocht uit planten. Dat is de reden waarom de verdamping en dus ook het neerslagtekort berekend wordt tijdens het zogenaamde groeiseizoen. Dit loopt van 1 april tot en met 30 september. 

Welke maatregelen neemt de overheid tegen de gevolgen van de droogte?

Langdurige periodes met weinig neerslag komen in Nederland niet vaak voor. Dat wij in ons land weinig droogte kennen, komt door de vele meren en de gestage aanvoer van water, voornamelijk van de Rijn. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) waar het KNMI ook deel van uitmaakt, komt bij elkaar als er sprake is van een mogelijk watertekort. Het LCW volgt de droogtesituatie nauwlettend en neemt maatregelen. Houdt de droogte aan en wordt de vraag naar water nog groter dan wat er aan regen viel en via de rivieren ons land binnenstroomt, dan wordt er opgeschaald naar het Management Team Water. Dat was in 2018 het geval. Ook hier maakt het KNMI deel van uit. De maatregelen werden onder andere genomen door Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen. Lees het interview met Boris Teunis, adviseur crisisbeheersing en operationeel waterbeheer bij Rijkswaterstaat. 

Wat zijn de droogste jaren?

Elke zomer heeft te maken met droogte. Dat komt onder andere omdat het warmer is en minder regent. De ene zomer is extremer dan de andere. In 1976 was er sprake van een extreme droogte. Het neerslagtekort was op het hoogste punt toen 361 millimeter.

Top 5 droogste jaren Maximaal neerslagtekort
1976 361 mm
1959 352 mm
1911 328 mm
1921 321 mm
2022 318 mm

Waarom was het in 2022 zo droog?

Niet eerder deze eeuw was Nederland zo droog als in 2022. Zowel de lente als de zomer waren droog. Beide seizoenen waren zonnig, waardoor er veel verdamping was. In de zomer viel er bovendien weinig neerslag. Toch was de zon de grootste aanjager van de droogte.

Ook in 2018 was het extreem droog, hoe kwam dat?

De droogte van 2018 had verschillende oorzaken. De droogte werd veroorzaakt door gemiddeld hoge luchtdruk boven zuidelijk Scandinavië. In of aan de flank van een hogedrukgebied daalt de lucht waardoor deze opwarmt en uitdroogt. Dit leidt tot relatief hoge temperaturen, weinig bewolking en weinig regen. De overdadige zonneschijn verhoogde in mei en juli de potentiële verdamping. In een droogterapport kijkt het KNMI terug op de droogte van 2018.

De gevolgen van droogte kunnen van plaatst tot plaats zeer verschillen, afhankelijk van het type landschap en genomen beheersmaatregelen. In de zomer van 2018 bleek de vraag naar meer lokale gegevens groot. Om die reden is voor dat jaar een nieuwe interactieve kaart ontwikkeld. Uitgangspunt voor de kaart vormen beelden van de KNMI-neerslagradars die met ruim 300 KNMI-neerslagstations zijn gekalibreerd. Deze neerslagkaarten met een resolutie van 1 bij 1 kilometer zijn gecombineerd met verdampingskaarten om het neerslagtekort op hoge resolutie te berekenen. Voor ieder punt in de kaart wordt het verloop van het neerslagtekort gedurende het seizoen getoond in de vorm van een grafiek.

Kwam de droogte van 2018 door klimaatverandering?

Naar aanleiding van de droogte van 2018 heeft het KNMI mogelijke veranderingen in droogte door klimaatverandering onderzocht. In dit onderzoek is Nederland in twee regio’s verdeeld, het kustgebied en het binnenland. Uit eerder onderzoek blijkt namelijk dat de ontwikkeling in neerslag in die regio’s verschillend is. Er is aangetoond dat er een duidelijke trend naar meer van dit soort droogtes is in het binnenland van Nederland. Dit komt door klimaatverandering. Voor het kustgebied is zo'n verandering niet aangetoond.

Waar kan ik meer informatie vinden over klimaatverandering?

Op het KNMI wordt veel onderzoek gedaan naar de menselijke en natuurlijk factoren die van invloed zijn op het klimaat. De informatie over Nederland is verzameld op onze klimaatpagina. Hier kun je het klimaatdashboard vinden en informatie over het klimaat in het verleden, heden en toekomst van Nederland. Ook via de wekelijkse klimaatberichten, thema's en specials over bepaalde onderwerpen en veelgestelde vragen. 

Meer uitleg over

  • Weerkaart van een depressie ©KNMI

    Depressie

    Een depressie is een gebied met lage luchtdruk die ontstaat in het grensgebied tussen twee verschillende luchtsoorten.
  • Twee volledig ontwikkelde waterhozen en een hoos in het beginstadium boven het IJsselmeer (Bron: Rijkswaterstaat/Taro Koers)

    Waterhozen

    Waterhozen zijn kleine, trechtervormige slurfjes. Ze ontstaan boven grote wateroppervlaktes door sneldraaiende luchtbewegingen.
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over