Uitleg over

Vulkaanuitbarstingen en klimaat

Vulkanen in tropische gebieden kunnen het klimaat beïnvloeden. De gevolgen van deze uitbarstingen zijn goed zichtbaar in temperatuurreeksen.

Vulkanen op tropische breedten kunnen het klimaat beïnvloeden. Dit geldt alleen voor zeer krachtige uitbarstingen waarbij het vulkaanstof tot zeer grote hoogtes in de atmosfeer komt.

De gevolgen van de uitbarstingen door vulkanen in tropische landen zijn goed zichtbaar in temperatuurreeksen. Grote uitbarstingen zoals de Pinatubo in 1991 en de Tambora van 1815 zorgden ervoor dat de wereldgemiddelde temperatuur een paar jaar een kwart tot één graad lager lag. De afkoeling komt doordat vulkanisch stof hoog in de atmosfeer zonlicht tegenhoudt. 

kaart met de temperatuurafwijking van de zomer van 1816
De temperatuurafwijking van de zomer van 1816 (Bron: Briffa et al, 1998)
kaart met zwaveldioxidemetingen van OMI van 17 april 2012 van de uitbarsting van de Popocatepetl
Zwaveldioxidemetingen van OMI van 17 april 2012 van de uitbarsting van de Popocatepetl ©KNMI/FMI/NASA

Effect Grimsvötnl IJsland

Het vulkaanstof van de Grimsvötnl op IJsland, die op 21 mei 2011 tot uitbarsten kwam, heeft zover bekend geen invloed gehad op het klimaat. Vulkaanuitbarstingen op IJsland hebben in het verleden de temperatuur op aarde nauwelijks beïnvloed. Dit komt doordat het vulkaanstof relatief laag in de atmosfeer blijft.

De Grímsvötn op IJsland spuwde in november 2004 een pluim as tot op 12 kilometer hoogte. Ook die uitbarsting had geen invloed op de temperatuur op aarde of in Europa.

Effect Kasatochi Alaska

Ook de sterkere uitbarsting van de Kasatochi in Alaska in augustus 2008 is niet zichtbaar in de temperatuurregistraties. Ondanks dat de as 14 kilometer hoog kwam en over een afstand van duizenden kilometers te volgen was. De zomer en de herfst na de grote uitbarsting van de Laki en Grímsvötn vulkaan op IJsland in juni 1783 was het in Europa juist warmer dan normaal.

Pinatubo Filippijnen

De uitbarsting van de Pinatubo op de Filippijnen in juni 1991 heeft de wereld een paar maanden achtereen een halve graad afgekoeld. Het duurde twee tot drie jaar voordat het effect voorbij was. De jaargemiddelde temperatuur van 1992 en 1993 lag een kwart graad lager dan de jaren ervoor en erna.

Uitbarstingen in het verleden

Verder terug in de tijd zijn de onzekerheden van reconstructies van de wereldgemiddelde temperatuur groter. Het effect van de uitbarsting van de Krakatau in 1883 is niet meer zo duidelijk. De uitbarsting van de Tambora in Indonesië in april 1815 is dat wel. Deze uitbarsting bracht het vulkaanas tot 40 kilometer hoog in de atmosfeer. Het jaar erna, 1816, staat bekend als het 'jaar zonder zomer', met zomertemperaturen ver onder normaal.

Zo'n effect zullen de vulkaanuitbarstingen in april 2010 en mei 2011 op IJsland niet veroorzaken. Waarschijnlijk is er ook op termijn weinig of niets van te merken in de temperatuurreeksen.

Meer uitleg over

  • Animatie over het broeikaseffect

    Broeikaseffect

    Het broeikaseffect houdt de aarde van nature op temperatuur. Broeikasgassen, vooral waterdamp en kooldioxide, houden de warmte van de zon vast.
  • Kaart met de verwachte verandering van het lokale zeeniveau in het jaar 2100 ten opzichte van het niveau van 1990 (Bron: Slangen et al. 2011)

    Zeespiegelstijging

    In de twintigste eeuw is de zeespiegel ongeveer 20 centimeter gestegen. Voor Nederland is dit een van de belangrijkste gevolgen van de opwarming van het klimaat.
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over