Klimaatbericht

Waar scheen de zon in 2018 het felst?

15 januari 2019

2018 was een zeer zonnig jaar, waarin de KNMI-meetstations in Nederland gemiddeld 2090 uur zon registreerden tegen 1639 uur normaal. Wat betekende dat voor de hoeveelheid zonnestraling en hoe varieerde die over het land?

Satellietmetingen

Op basis van data van de Meteosat-weersatellieten berekent het KNMI actuele en historische gegevens over bewolking en zonnestraling. Deze satellietmetingen bevestigen het zeer zonnige karakter van 2018 en geven bovendien de mogelijkheid om meer ruimtelijke details waar te nemen. Figuur 1 laat zien dat vorig jaar tot 15 procent meer zonnestraling het aardoppervlak bereikte dan normaal, waarbij normaal hier gedefinieerd is als de periode waarvoor deze satellietmetingen beschikbaar zijn: 2005-2017.

Zonnig binnenland, wolken op zee

Behalve de hoeveelheid zonnestraling was ook de verdeling over het land afwijkend. Normaal gesproken is het aan zee zonniger dan in het binnenland (figuur 2). Dit komt doordat in het voorjaar en in de zomer, wanneer de potentiële instraling het grootst is, de lucht in het binnenland snel kan opwarmen. Hierdoor ontstaan landinwaarts gemakkelijk stapelwolken. Aan de kust gebeurt dit minder snel omdat de zee een koelende werking heeft. In 2018 bleven onder invloed van een stabiele, vaak noordoostelijke stroming de stapelwolken landinwaarts uit. De zonnestraling was daar dus hoog, zelfs iets hoger dan aan de kust, waar soms wolkenvelden van zee kwamen binnendrijven. In figuur 3 wordt de afwijking in 2018 per maand uitgesplitst.  Daaruit blijkt dat juli de maand met relatief de meeste instraling was, terwijl juni ongeveer normaal verliep. In mei valt het grote verschil tussen land en zee op: dit wordt vooral verklaard door een aantal dagen waarop boven zee hardnekkige mist bleef hangen, zogenoemde zeevlam.

Toekomst

Het is nog onduidelijk of en hoe bewolking en zonneschijn in Nederland veranderen in een opwarmend klimaat. Er zijn voorzichtige aanwijzingen  dat droge en zonnige zomers met een meer continentale invloed in de toekomst vaker zullen voorkomen.

KNMI-klimaatbericht door Jan Fokke Meirink

Kaart van relatieve afwijking van de globale straling (=totale instraling op een horizontaal oppervlak) in 2018 ten opzichte van het gemiddelde over de periode 2005-2017, afgeleid uit Meteosat-satellietmetingen.
Figuur 1: Relatieve afwijking van de globale straling (=totale instraling op een horizontaal oppervlak) in 2018 ten opzichte van het gemiddelde over de periode 2005-2017, afgeleid uit Meteosat-satellietmetingen.
Grafiek van globale straling in 2018 en gemiddeld over 2005-2017 langs een west-oostdoorsnede door Nederland op 52 N.
Figuur 2: Globale straling in 2018 en gemiddeld over 2005-2017 langs een west-oostdoorsnede door Nederland op 52 N.
Grafiek van afwijking van globale straling van West- naar Oost-Nederland voor het gehele jaar 2018 en voor de zes maanden met de hoogste instraling afzonderlijk t.o.v. 2005-2017.
Figuur 3: Afwijking van globale straling van West- naar Oost-Nederland voor het gehele jaar 2018 en voor de zes maanden met de hoogste instraling afzonderlijk t.o.v. 2005-2017.

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. Toename broeikasgas methaan in hogere versnelling

    Wereldwijd warmt het klimaat op doordat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer steeds verd...

    17 april 2024 - Klimaatbericht
  2. De hoofdmoot van de jaarneerslag

    Alle regen in een jaar opgeteld bedekt Nederland gemiddeld met een laag water van 85 centimeter. ...

    15 april 2024 - Klimaatbericht
  3. Onmisbare metingen op zee staan onder druk

    We gebruiken de Noordzee om te varen, te vissen en energie op te wekken. Maar wist je ook dat vee...

    10 april 2024 - Klimaatbericht
  4. Verdroging start steeds vroeger in het voorjaar

    Op 1 april start officieel het groeiseizoen. Vanaf die dag houdt het KNMI het neerslagtekort bij ...

    02 april 2024 - Klimaatbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten