animatie Klimaatsignaal'21 zeespiegelstijging
©KNMI

Ook de hoogste en laagste scenario’s voor de uitstoot van broeikasgassen doen er toe

27 oktober 2021

Het Klimaatsignaal’21 toont de ontwikkeling van het klimaat en de zeespiegelstijging in Nederland bij verschillende scenario’s voor de verandering van de concentraties van broeikasgassen, waaronder die bij het hoogste scenario SSP5-8.5. In de praktijk zal de door de mens veroorzaakte uitstoot waarschijnlijk lager zijn dan de getallen waarop dit scenario is gebaseerd. Waarom gebruikt het KNMI dan toch ook dit scenario?

Verschillende emissiepaden

Het KNMI maakt klimaatscenario's van een mogelijk toekomstig klimaat voor Nederland. Scenario’s zijn mogelijke toekomstbeelden, geen prognoses. Voor het Klimaatsignaal’21 en voor de KNMI’23-klimaatscenario’s gebruikt het KNMI de zogenoemde IPCC Shared Socio-Economic Pathways (SSP’s). Deze SSP’s geven mogelijke ontwikkelingen van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, gebaseerd op plausibele uiteenlopende sociaaleconomische, technologische en demografische ontwikkelingen in de toekomst. Er worden door het IPCC expliciet geen waarschijnlijkheden toegekend aan individuele scenario’s. Ze zijn ieder voor zich mogelijk.

SSP’s voor de KNMI’23-klimaatscenario’s

De KNMI’23-klimaatscenario’s worden gebaseerd op het één na laagste IPCC-scenario, SSP1-2.6, en het hoogste scenario, SSP5-8.5. Omdat met name voor zeespiegelstijging de verschillen tussen beide scenario’s groot zijn, wordt ook met een van de tussenscenario’s gerekend (SSP2-4.5). Het SSP1-2.6 scenario correspondeert met een waarschijnlijke temperatuurstijging van minder dan 2 graden aan het eind van deze eeuw, zoals afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs.

SSP5-8.5 is het worstcasescenario, waarbij er geen maatregelen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de uitstoot zelfs verder toeneemt. In de praktijk zijn er al maatregelen genomen om de uitstoot te verminderen. Daarom lijkt het op dit moment het meest waarschijnlijk dat de toekomstige broeikasgasconcentraties lager zullen uitvallen dan in het SSP5-8.5 scenario en ergens tussen die van het SSP1-2.6 en het SSP5-8.5 scenario komen te liggen.

Redenen om ook het hoogste scenario te gebruiken

Ondanks zijn geringe waarschijnlijkheid blijft het SSP5-8.5 scenario relevant voor Nederland, met name voor de zeespiegelstijging. Hiervoor zijn meerdere redenen. Zo is SSP5-8.5 een referentie waarmee andere scenario’s kunnen worden vergeleken en dus het effect van maatregelen duidelijk wordt.

Ook is keuze voor SSP5-8.5 consistent met de keuzes voor het hoogste scenario uit de KNMI’14-klimaatscenario’s. Hoewel de kans dat de emissies het pad van SSP5-8.5 gaan volgen waarschijnlijk niet heel groot is, is het niet uitgesloten dat we de concentraties die daardoor optreden wel bereiken. Er zijn namelijk terugkoppelingen in het klimaatsysteem die tot extra natuurlijke emissies kunnen leiden: door ontbossing, minder opname van broeikasgassen door de oceanen en het vrijkomen van broeikasgassen door de opwarming van toendra’s en het smelten van permafrost. Met deze terugkoppelingen is in de berekening van de concentraties bij de SSP-scenario’s nog geen rekening gehouden.

Bovendien geldt dat wat in SSP5-8.5 gebeurt, in de andere scenario’s (behalve de allerlaagste) deels ook gebeurt, maar later - het geeft dus een doorkijk naar de verdere toekomst na 2100. Dit geldt in het bijzonder voor de zeespiegel. Ook is het SSP5-8.5 scenario relevant omdat de ijskappen op dit moment sneller smelten dan voorzien door de huidige klimaatmodellen. Verder komt dit scenario overeen met een hoge globale klimaatgevoeligheid of met een grote lokale respons.

Gebruikers vragen om grote bandbreedte

Verder vragen verschillende gebruikers van de klimaatscenario’s, met name uit de waterwereld, om een grote bandbreedte. Wat goed overeenkomt met de gekozen SSP’s voor Klimaatsignaal’21 en de KNMI’23-klimaatscenario’s voor Nederland. Die gewenste bandbreedte is aan de bovenkant ook verstandig gezien de grote kwetsbaarheid van Nederland en onze gewoonte om risico’s sterk te beheersen. De grote bandbreedte laat aan de onderkant de effecten van wereldwijd ambitieus klimaatbeleid zien.

De totale set aan scenario’s, van laag tot hoog, geven daarmee de hoekpunten aan waarbinnen het klimaat in Nederland kan veranderen en geven de gebruikers de mogelijkheid om rekening te houden met verschillende ontwikkelingen.

Bekijk het volledige rapport KNMI Klimaatsignaal'21 (pdf)


KNMI-klimaatbericht door Peter Siegmund

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. Toename broeikasgas methaan in hogere versnelling

    Wereldwijd warmt het klimaat op doordat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer steeds verd...

    17 april 2024 - Klimaatbericht
  2. De hoofdmoot van de jaarneerslag

    Alle regen in een jaar opgeteld bedekt Nederland gemiddeld met een laag water van 85 centimeter. ...

    15 april 2024 - Klimaatbericht
  3. Onmisbare metingen op zee staan onder druk

    We gebruiken de Noordzee om te varen, te vissen en energie op te wekken. Maar wist je ook dat vee...

    10 april 2024 - Klimaatbericht
  4. Verdroging start steeds vroeger in het voorjaar

    Op 1 april start officieel het groeiseizoen. Vanaf die dag houdt het KNMI het neerslagtekort bij ...

    02 april 2024 - Klimaatbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten