Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de opwarming van de aarde en naar hoeveel graden opwarming zijn we onderweg met de huidige afspraken? Lukt het nog de opwarming tot 1,5 graden te beperken?
Op deze internationale conferentie van de Verenigde Naties komt de wereld samen om overeenstemming te bereiken over de acties om de klimaatcrisis aan te pakken. Het gaat tijdens deze COP onder andere om het beperken van de wereldwijde temperatuurstijging tot +1,5 ℃ en het bereiken van een netto-nul uitstoot van broeikasgassen tegen 2050. Ook wordt er gesproken over financiële hulp aan kwetsbare gemeenschappen die geconfronteerd worden met de gevolgen van klimaatverandering.
Bijna tien jaar geleden, in 2015, hebben regeringen over de hele wereld op de klimaatconferentie COP21 in Parijs afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 ℃ en te streven naar maximaal 1,5 ℃. Om dat doel te bereiken moet in de tweede helft van deze eeuw de uitstoot van broeikasgassen naar (netto) nul zijn gebracht.
In overeenstemming met deze afspraken hebben alle landen plannen gemaakt voor hun bijdrage aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Aan een deel van deze plannen zijn landen verplicht zich te houden, een ander deel van de plannen zijn slechts beloftes (zonder verplichtingen). De vraag is: zijn de gezamenlijke plannen afdoende?
Door het klimaatakkoord van Parijs heeft de wereld vooruitgang geboekt in het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De verwachte temperatuurstijging op basis van de uitstoot van broeikasgassen was op dat moment bijna een graad meer dan nu. Hernieuwbare energie en de inzet van elektrische voertuigen hebben een grote groei doorgemaakt en investeringen in schone energie en in schone productiecapaciteit nemen snel toe. In de EU en de VS is de uitstoot daardoor inmiddels aan het dalen (afbeelding 1).
Deze inspanningen zijn echter niet voldoende. Ondanks deze vooruitgang blijft de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen stijgen. De wereld heeft in 2023 een nieuw record aan broeikasgassen uitgestoten (57 gigaton) en het gebruik van fossiele brandstoffen blijft nog steeds toenemen, met name in India en China. De uitstoot in de VS en de EU is weliswaar aan het dalen, maar de uitstoot per hoofd van de bevolking ligt er echter nog steeds veel hoger dan gemiddeld in de wereld. Ook historisch gezien hebben deze landen een zeer groot aandeel in de totale uitstoot van broeikasgassen sinds 1850. Doordat de wereldwijde uitstoot blijft stijgen, ligt de wereld bij lange na niet op koers om de opwarming tot 2 graden te beperken, laat staan tot 1,5 graden (afbeelding 2).
Het United Nations Environment Programme (UNEP) heeft onlangs in een rapport berekend dat als het huidige klimaatbeleid wordt doorgezet de aarde ongeveer 3 graden zal opwarmen. Als alle landen zich aan de gemaakte plannen houden en deze ook uitvoeren zal de opwarming aan het eind van de eeuw zo'n halve graad minder zijn (afbeelding 2).
In deze beide scenario’s komt de temperatuur al halverwege deze eeuw ruim boven de 1,5 graden, en is er zelfs een kans van 1-op-3 dat deze al boven de 2 graden komt. De opwarming zet daarna nog door tot na 2100.
Het enige scenario dat dichter bij de temperatuurdoelstelling van het Akkoord van Parijs komt, is het meest optimistische scenario, dat ervan uitgaat dat ook de strengste toezeggingen en beloftes die landen momenteel doen worden uitgevoerd, inclusief de beloftes om terug te gaan naar een netto-nul uitstoot halverwege deze eeuw. In dit scenario blijft de opwarming in de loop van de eeuw naar schatting beperkt tot 1,9 °C. Dit is ook het enige scenario waarin de opwarming van de aarde in de loop van deze eeuw stabiliseert.
Veel landen, waaronder ook Nederland, liggen echter nog lang niet op koers om de klimaatdoelen te halen.
De 1,5 graad doelstelling is opgesteld omdat we ons tot deze grens nog redelijk kunnen aanpassen aan de veranderingen. Bij verdere opwarming worden de gevolgen van klimaatverandering snel veel ernstiger. De wereld is nu al 1,3 graden opgewarmd, en we zien weersextremen extremer worden en vaker optreden. Hoe warmer het wordt, hoe groter de schade door extreem weer en hoe meer menselijke en natuurlijke systemen hun grens tot aanpassing bereiken. Ook neemt de kans op kantelpunten in het klimaatsysteem, onomkeerbare, plotselinge veranderingen, toe.
Voor Nederland geven de KNMI'23-klimaatscenario's aan wat de gevolgen zijn van een wereldwijde opwarming van 3 graden in het middenscenario (M). Als voorbeeld zie je in afbeelding 1 hoe sterk de warmste dag per jaar zal stijgen onder dat scenario. We verwachten dan ieder jaar in De Bilt dagen met temperaturen boven de 30 graden. Dagen met temperaturen boven de 40 graden worden steeds waarschijnlijker. Verdere aanscherping van het klimaatbeleid kan dit scenario nog voorkomen.
Landen hebben afgesproken om in het voorjaar van 2025 nieuwe plannen in te dienen om de uitstoot van broeikasgassen verder terug te dringen. Deze plannen beslaan de komende tien jaar tot 2035. Alleen met een zeer vooruitstrevend en ambitieus beleid, en met het werkelijk uitvoeren van alle beloftes en afspraken kunnen we zorgen dat de opwarming van de aarde tot een minimum beperkt wordt. En daarbij geldt dat elke tiende van een graad helpt. Want hoe groter de opwarming, hoe groter de impact en hoe meer we ons moeten aanpassen.
Vandaag is het de dag van de mensenrechten. Het recht op leven, gezondheid, eigendom en wonen sta...
10 december 2024 - KlimaatberichtKNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - KlimaatberichtDe nieuwe weersatelliet Meteosat 12 is vanaf vandaag operationeel. Deze satelliet is de eerste va...
04 december 2024 - NieuwsberichtEllen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - Nieuwsbericht