Modellen algemeen tot +48 uur, geldig tot donderdag 30 oktober 2025 24.00 locale tijd
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.Modelbeoordeling door meteoroloog
Een lagedrukgebied boven de noordelijke Noordzee zorgt voor een zuid- tot zuidwestelijke stroming. Hierin trekt een W-O georiƫnteerd zwak warmtefront, actueel net ten noorden van het land, noordwaarts, waardoor we tijdelijk in de warme sector komen. Een NO-ZW georiƫnteerd koufront ligt boven het zuidwesten van Engeland en trekt zuidoostwaarts. Een hoogtetrog boven Ierland trekt oostwaarts. Hierdoor ontstaat er een onstabiele golf in dit front, die vanavond over het noordwesten van de FIR trekt. Ten zuidoosten van en evenwijdig aan dit front trekt een barocliene zone mee zuidoostwaarts. Dit is herkenbaar aan een lijn met convergentie en (ondiepe) convectie boven de Noordzee en het uiterste noordwesten van het land. Op nadering van de golf draait de stroming tijdelijk iets meer naar zuid tot zuidoost Na passage van de golf trekt het koufront met de barocliene zone in de nacht oostwaarts over het land. De barocliene zone wordt dan versterkt door warmteadvectie ten noorden van een lagedrukgebied boven de Golf van Biskaje, die in de late avond en nacht opvullend over de Ardennen noordoostwaarts trekt. Deze zone en het koufront komen in de nacht boven het land steeds meer samen. Hierachter wordt de stroming westelijk. In de vroege ochtend passeert de hoogtetrog, aan het einde van de middag en begin van de avond gevolgd door een rug. Na passage van de rug wordt de stroming zuidelijk.
Har43 berekende bij het warmtefront nog steeds te veel St, EC dan weer te weinig of niets. Actueel zit ST nog lokaal in het noordwesten, waar de convergentielijn en het warmtefront dicht bij elkaar liggen. De positie van het koufront, de barocliene zone/convergentielijn en de golf komen in de modellen en de werkelijkheid goed overeen. Ook vannacht zien we daarbij weinig verschillen. In de grenslaag zien we dan weer wat meer lage bewolking/St in Har43 dan in EC, met name boven het westen en boven de Noordzee. De TAFG van EC geven echter wel redelijke kansen op St. Lokaal St lijkt ons dus waarschijnlijk. De buiigheid boven het noord(oost)en in de ochtend en aan het begin van de middag nabij de hoogtetrog zien we in beide modellen terug.
Geen bijzonderheden.
Langs de kust en op het IJsselmeer mogelijk zuid tot zuidwest 6 Bft. Bij passage van het koufront ruimt de wind naar west en is er langs de noordkust weer kans op 6 Bft. Bij de buien werden in vorige runs zware windstoten berekend, maar de kans hierop lijkt nu niet meer noemenswaardig.
Lokaal St in het noordwesten bij het warmtefront en de convergentielijn. Momenteel zien we bij de convergentielijn ook enkele TCu. Dieper landinwaarts en in de warme sector verwachten we, i.t.t. de modellen van middag geen St. Bij passage van de fronten vannacht een dik pakket stratiforme bewolking met met name op de convergentielijn en bij het koufront lokaal een ingebedde Cb. Na passage van het koufront, met name in de noordelijke helft tot passage van de rug(as) in de loop van de middag, nog convectieve bewolking (Cu/TCu, in het uiterste noord(oost)en aanvankelijk Cb met toppen rond FL200).
Regen en motregen bij de fronten, bij de convergentielijn en het koufront ook enkele ingebedde buien. Onstabiliteit is gering, dus onweer is niet waarschijnlijk. Achter het koufront in het noorden enkele buien, boven zee is hierbij wel kans op onweer. In de middag worden deze steeds minder (actief) door het naderbij komen van de hoogterug. Langs de noordkust kan tot passage van de rugas aan het einde van de middag nog een enkele lichte bui voorkomen.
Goed, in neerslag matig mogelijk slechte zichten.
Paraaf meteoroloog: veeken