Guidance modelbeoordeling

Modellen algemeen tot +48 uur, geldig tot donderdag 13 november 2025 24.00 locale tijd

Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Modelbeoordeling door meteoroloog

Synoptische situatie:

Tussen een hogedrukgebied boven Oost-Europa en een complex lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan voert een zuid- tot zuidwestelijke stroming zachte en droge lucht aan. Een WZW-ONO georiënteerd warmtefront ligt vrijwel stationair boven het noorden van de FIR. In het occlusiepunt bij Ierland ontstaat boven de Ierse Zee een (langgerekt) lagedrukgebied, dat langs dit front over het uiterste noorden van de FIR oostwaarts trekt. Het bijbehorende NO-ZW georiënteerde koufront trekt hierbij vrijwel inactief snel oostwaarts, maar blijft donderdag overdag boven het midden van Nederland slepen. Een vlakke stabiele golf ontwikkelt boven het noordwesten van Frankrijk en trekt in de middag over het midden van het land noordoostwaarts. Met name aan de grond zien we hierbij een rug meelopen, waardoor deze vrij inactief is. In de avond bevinden we ons dan in een zadelgebied tussen deze rug en een hogedrukgebied te westen van IJsland. Hierin komt het front vrijwel stationair te liggen, en krijgt het steeds meer warmtefront kenmerken. Dit komt omdat er een secundair laagje ontstaat ten westen van Portugal (instant occlusie, nu zichtbaar als komma ten zuidwesten van Portugal) dat vervolgens boven de oceaan noordwaarts trekt. De (O-W georiënteerde) occlusie ligt donderdag overdag boven het noorden van de FIR en loopt na passage van het lagedrukgebied langzaam zuidwaarts. Dit front bereikt vrijdagochtend het uiterste noorden van het land. Ten noorden hiervan is de lucht beduidend kouder en droger. Dit alles leidt tot een verscherping van de barocliene zone boven ons land en een activatie van beide fronten die samensmelten tot een frontale zone.

Modelbeoordeling:

We zien over het algemeen lagere wolkenbases in Har43 dan in EC, waarbij Har43 actueel beter overeenkomt met de waarnemingen. We volgen dit model dus voor de wolkenbasis momenteel boven het noorden van de FIR. De ligging van het stationaire koufront en het erop inlopen van de occlusie op donderdag tot en met vrijdagochtend boven het het midden en noorden van het land wordt in beide modellen vrij consistent berekend. In detail zijn er wel (grote) verschillen, met name qua condities in de grenslaag. Met name in EC zien we in de ochtend en middag bij de golf signalen voor (lichte) regen uit een hoge wolkenbasis. In Har43 is hiervan veel minder terug te vinden, vaak ook enige uren later. In de progtemps zien we dat EC een wat diepere verzadigde laag heeft vanaf 8000 vt en hoger. We gaan er vanuit dat er lokaal wat lichte regen kan vallen. Bij het koufront zien we donderdag aan het einde van de ochtend al signalen voor St in Har43 boven zee en het noordwesten. In EC is hier niets van te zien, die geeft pas in de avond en nacht een signaal boven de noordelijke helft. De TAFG geven al wel eerder enig signaal voor St, maar overwegend wat later dan Har43. We hebben nu gekozen voor een toenemende kans op St in de loop van de middag in het westen en noordwesten. Har43 ontwikkelt boven zee en het noordwesten van het land in de loop van de middag en avond een NO-ZW georiënteerde convergentiezone waarin op uitgebreide schaal (lage) St ontstaat. Deze loopt dan in toenemende mate over het noorden van het land heen in de avond en nacht naar vrijdag, met een uitgebreid signaal voor mist. Met name aan de lijzijde van het IJsselmeer (inmiddels afgekoeld tot 10°C) lijkt dit realistisch in de vochtige lucht met weinig wind (EC zichtplaatjes geven hier ook een signaal voor). In de loop van de nacht naar vrijdag komt daar in het noorden nog de occlusie bij, waardoor het een brede zone met St ontstaat. Tevens activeert het front waardoor de neerslagintensiteit toeneemt, beide modellen zijn hierin consistent.

Aandachtspunten

Temperatuur:

Zacht, met name in het zuiden overdag mogelijk 17°C. Ten noorden van de occlusie geleidelijk verder afkoelend.

Wind:

Seinen voor zuidwest 6 Bft buitengaats in de kustgebieden. Dinsdagochtend zien we ook signalen voor 7 Bft in de noordelijke helft van de FIR. Na passage van het laag boven het noorden van de FIR, en vooral in het zadelgebied, neemt de wind sterk af, om pas weer toe te nemen (uit een noordoostelijke richting) ten noorden van de occlusie.

Bewolking:

St bij het warmtefront boven het noorden van de FIR. De timing van het ontstaan van St bij het (stationaire) koufront (boven de noordwestelijke helft) van het land op donderdagmiddag is onzeker, we volgen hierbij Har43, maar wel enige uren later. In de avond en nacht naar vrijdag is het de vraag of de basis grootschalig aan dek komt te liggen boven het noorden en noordwesten zoals in HAR43, of dat het slechts bij een dunne band bij het stationaire front blijft (EC). Het Har43 scenario lijkt ons niet onwaarschijnlijk met weinig wind, in toenemende mate doorvallende neerslag, convergentie door de fronten, de timing in de nacht, en het relatief koude IJsselmeerwater nabij.

Neerslag:

In een brede band bij de vlakke golf wat lichte regen uit een hoge basis (EC-scenario). In de loop van de avond op steeds meer plaatsen regen en motregen bij de frontale zones.

Zicht:

Komende nacht goed, in neerslag overdag waarschijnlijk ook geen zichtvermindering. Pas in de avond in toenemende mate matig tot slechte zichten in de neerslag, in de nacht mogelijk ook nevelig (afkoeling door neerslag/dagelijkse gang, vochtig, geen wind). Het is nog onzeker of de wolkenbasis daalt tot aan dek waardoor er mist ontstaat. Dit is, met name aan de lijzijde van het IJsselmeer, niet uitgesloten.

Paraaf meteoroloog: beelen

Uitgifte: 12/11/2025 16.24 uur LT.