Achtergrond

Achtergrondinformatie Weer- en klimaatpluim en Expertpluim

De Weer- en klimaatpluim toont voor de komende 15 dagen de weersverwachting voor temperatuur, neerslag, wind, onstabiliteit (van april t/m oktober getoond) en sneeuw (van november t/m maart getoond). De Expertpluim toont daarnaast de verwachting van dauwpunttemperatuur, windrichting en bewolking.

De weersverwachting als venster op klimaatverandering

In één oogopslag de Weer- en klimaatpluim nader bekeken

Of open de presentatie 'De weersverwachting' als venster op klimaatverandering in een nieuw scherm.

 

Toelichting op de pluimen

De verwachting wordt gemaakt met een weermodel (Ensemble Prediction System, EPS).

De Expertpluim geeft meer detail in de weersverwachting doordat de 52 individuele runs zijn weergegeven. De Weer- en klimaatpluim geeft de onzekerheid in de verwachting eenvoudiger weer in de vorm van twee grijze banden.

De berekeningen worden om de 12 uur uitgevoerd: om 00 uur en 12 uur Universal Time (UT). De tijden in de pluimen zijn omgezet naar lokale Nederlandse tijd. De pluimen worden rond 11.00 en 23:00 (zomertijd) op de KNMI-website gepubliceerd.

Aan de grafiek voor temperatuur en neerslag in de Weer- en klimaatpluim is informatie over het klimaat toegevoegd. In deze grafieken wordt via een mouse-over informatie over de herhalingstijd van extreme waarden in de verwachting getoond. In de temperatuur grafiek zijn daarnaast de normaallijnen van het huidige en toekomstige klimaat geplot en de extreemste waarden ooit gemeten op die dag.

Hoe wordt de weersverwachting berekend?

De onzekerheid van de verwachting neemt meestal toe met het groeien van de termijn van de verwachting. Met het Ensemble Prediction System (EPS) wordt een schatting gemaakt van die onzekerheid.

Na het maken van de verwachting met een rekenmodel met hoge resolutie, de ‘operationele verwachting’, wordt de berekening 51 maal herhaald. Dit gebeurt met een model met lagere resolutie om rekentijd te besparen. De eerste herhaling gebeurt met dezelfde uitgangstoestand als de 'run' met het hoge resolutie-model die de operationele verwachting opleverde. Deze zogenoemde controle-run biedt de mogelijkheid het effect van de verlaagde resolutie te bekijken door vergelijking met de operationele run. Bij de overige herhalingen is zowel de begintoestand als de modelfysica verstoord t.o.v. de beide eerste runs; dit om de effecten van onzekerheden in die begintoestand en modelfysica te simuleren.

De 51 verwachtingen samen geven de onzekerheid in de verwachting weer. Net als een rookpluim waaiert de verwachting uit: hoe meer de 51 verwachtingen uit elkaar lopen, des te onzekerder de verwachting.

Legenda Weer- en klimaatpluim    

In de Weer- en klimaatpluim worden niet de 51 afzonderlijke lijnen gepresenteerd, maar de mediaan (middelste waarde) en twee banden (donker en licht gekleurd) die respectievelijk 50 procent en 90 procent van de berekende waarden uit de runs weergeven.

De dikte van de band geeft aan hoe zeker de verwachting is. Des te smaller de band, des te zekerder de verwachting. Binnen de donkere band valt de helft van alle modelverwachtingen. Binnen de lichte band valt 90 procent van de modelverwachtingen. Hoe verder in de tijd, des te groter meestal de onzekerheid van de verwachting.

De mediaan wordt met een zwarte lijn weergegeven:

  • Temperatuur (˚C): De zwarte lijn verbindt de dagmaxima- en minima (de mediane waarde van de 51 runs).  
  • Neerslag (mm): De zwarte lijn verbindt de 6 uurlijkse neerslagsom (de mediane waarde van de 51 runs).  
  • Windsnelheid (km/uur): De zwarte lijn verbindt de windsnelheid op 10 meter hoogte (de mediane waarde van de 51 runs), die vier maal per dag geplot wordt. Omrekenen naar Beaufortschaal.
  • Windstoten (km/uur): De zwarte lijn verbindt de snelheid van de maximale windstoten (de mediane waarde van de 51 runs), die vier maal per dag geplot wordt.  
  • Onstabiliteit (CAPE in J/kg): De zwarte lijn verbindt de CAPE-waarden (de mediane waarde van de 51 runs), die vier maal per dag geplot worden. Cape is een index die iets zegt over de onstabiliteit van de atmosfeer; hoe hoger de cape, hoe (potentieel) onstabieler de atmosfeer. Er is een relatie tussen de hoeveelheid cape en de zwaarte van mogelijke buien.
  • Sneeuw (cm/6 uur): De zwarte lijn verbindt de sneeuwhoeveelheid (de mediane waarde van de 51 runs), die vier maal per dag geplot wordt.

Legenda Expertpluim

In de Expertpluim worden naast de hoge resolutie run (rood) en de controle run - zelfde uitgangssituatie maar lagere resolutie - (zwart gestippeld), de 51 afzonderlijke lijnen gepresenteerd (groen). De mediaan wordt met een rood gestippelde lijn weergegeven.

  • Temperatuur (˚C): De lijnen verbinden de temperatuur die vier maal per dag geplot wordt.  
  • Dauwpunttemperatuur (˚C): De lijnen verbinden de dauwpunttemperatuur, een maat voor de hoeveelheid vocht in de lucht, die vier maal per dag geplot wordt. Als de dauwpunttemperatuur gelijk is aan de gewone temperatuur is de relatieve luchtvochtigheid 100%, bij een groot verschil tussen deze twee temperaturen is de lucht relatief droog. 
  • Neerslag (mm): De lijnen verbinden de 6 uurlijkse neerslagsom.  
  • Windsnelheid (km/uur): De lijnen verbinden de windsnelheid op 10 meter hoogte, die vier maal per dag geplot wordt. Omrekenen naar Beaufortschaal.
  • Windstoten (km/uur): De lijnen verbinden de snelheid van de maximale windstoten, die vier maal per dag geplot wordt. 
  • Windrichting (graden): De lijnen verbinden de windrichting die vier maal per dag geplot wordt.
  • Onstabiliteit (CAPE in J/kg): De zwarte lijnen verbinden de CAPE-waarden, die vier maal per dag geplot worden. Cape is een index die iets zegt over de onstabiliteit van de atmosfeer; hoe hoger de cape, hoe (potentieel) onstabieler de atmosfeer. Er is een relatie tussen de hoeveelheid cape en de zwaarte van mogelijke buien.
  • Sneeuw (cm/6 uur): De zwarte lijnen verbinden de sneeuwhoeveelheid, die vier maal per dag geplot wordt.
  • Bewolking (%): De zwarte lijnen verbinden de bewolking (% bedekkingsgraad), die vier maal per dag geplot wordt.

Extra klimaatinformatie in de Weer- en klimaatpluim bij extreem warme of koude verwachting

Voor iedere kalenderdatum zijn herhalingstijden van extreme temperaturen (zowel maxima als minima) bepaald. Indien de verwachte maximum- of minimumtemperatuur in de pluim een herhalingstijd heeft van meer dan eens per 2 jaar, dan zal er bij die waarde een blauwe (minimum) of rode (maximum) bal verschijnen. Voor de verwachte waarde wordt hierbij de 5 procent koudste, respectievelijk 5 procent warmste waarde gebruikt uit de EPS pluim, in andere woorden; de twee uiterste punten van de lichtgrijze (90%-kans) band.

Als met de muis over de bal wordt bewogen, verschijnt er een kader met informatie over de herhalingstijd van die temperatuur in het huidige klimaat (1991-2020) en hoeveel warmer de temperatuur met dezelfde herhalingstijd rond 2050 wordt, volgens de KNMI’14-klimaatscenario’s (GL en WH)-scenario.

Deze extra klimaatinformatie bij extreme temperatuurverwachtingen is voor Vlissingen tijdelijk niet beschikbaar.

Extra klimaatinformatie in de Weer- en klimaatpluim bij extreem hoge 6 uurlijkse neerslagverwachting

Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de herhalingstijden van bepaalde hoeveelheden neerslag in ons land. Indien er een 6-uurlijkse neerslagsom wordt verwacht met een herhalingstijd van meer dan 1 keer per jaar (d.w.z. meer dan 25 millimeter in 6 uur), dan zal er een rode bal in de grafiek verschijnen. Voor de verwachte waarde wordt hierbij uitgegaan van de 5 procent hoogste waarde uit de EPS pluim, in andere woorden: het uiterste punt van de lichtblauwe (90%-kans) band.

Als met de muis over de rode bal wordt bewogen, verschijnt er een kader met de herhalingstijd van de verwachte hoeveelheid neerslag representatief voor het huidige klimaat. Tevens wordt de bovengrens voor toename in kans op een dergelijke hoeveelheid neerslag rond 2050 gegeven, volgens de KNMI’14-klimaatscenario’s (het WH-scenario).

Niet gevonden wat u zocht? Zoek meer achtergrond artikelen