Achtergrond

Onweer in augustus 2011

Donderdag 18, zondag 21 en dinsdag 23 augustus 2011 gaan de boeken in als dagen waarop veel en zware onweersbuien ontstonden door een zeer onstabiele atmosfeer met een groot verschil in temperatuur tussen ons leefniveau.

Het komt weinig voor dat er zo kort na elkaar zoveel zware onweersbuien passeren. Ons land lag in die periode voortdurend dichtbij de overgangszone tussen koele lucht in het westen en zeer warme lucht in het midden en zuiden van Europa. Dat levert grote temperatuurtegenstellingen op over korte afstanden en vormt een basis voor het ontstaan van heftige onweersbuien.

Pukkelpop

De opgetreden weersverschijnselen varieerden van zeer intensief onweer (meer dan 500 ontladingen per 5 minuten in een gebied van minstens 50 bij 50 km2), lokale wolkbreuken en zware windstoten. Vooral de gebeurtenissen rond Hasselt in België waren schokkend doordat het festivalterrein bij Pukkelpop zo’n zware onweersbui precies over zich heen kreeg waarbij vijf doden vielen en een groot aantal gewonden.

De voor België rampzalige 18 augustus was de eerste in de reeks van dagen waarop de atmosfeer in de Benelux zeer onstabiel was en er zware buien konden ontstaan die lokaal voor veel overlast zorgden. Vooral in het zuidoosten warmde het in de loop van de dag sterk op, tot ongeveer 28 graden en dat was duidelijk teveel voor de atmosfeer. Boven België ontstonden rond 15 uur de eerste buien die zich in korte tijd organiseerden tot een zwaar buiencomplex dat vooral rond 17 uur toesloeg. Een uur later trok dit buiencomplex over Hasselt en omgeving en richtte daar zware schade aan op het Pukkelpop festivalterrein. Daarna trok het buiengebied door naar Noord-Brabant en Limburg en zorgde daar ook voor zware windstoten, hagel en veel regen in korte tijd. Het KNMI verhoogde het waarschuwingsniveau voor deze provincies van code geel naar code oranje. 

De onstabiele atmosfeer en de grote kans op zware onweersbuien had ook het KMI in België doen besluiten een code oranje voor een groot deel van België uit te geven. De meeste weermodellen gaven ook aan dat er in de loop van de middag pittige buien zouden ontstaan, dus ook de weermodellen gaven aanwijzingen dat het extreem weer zou kunnen worden. Het KNMI weermodel HIRLAM gaf aan dat er in noordoost België en zuidoost Nederland zware buien zouden kunnen ontstaan, in het gebied waar ze uiteindelijk ook werkelijk ontstonden al gingen de ontwikkelingen iets sneller dan HIRLAM had berekend.

Waar bleef dat onweer op zondag?

Zondag 21 augustus lag Nederland opnieuw in onstabiele lucht. De atmosfeer was zo warm en onstabiel dat er door de opwarming overdag, en met wat extra forcering (thermiek) gemakkelijk zware buien konden ontstaan. Vooral door het windpatroon op grote hoogte was die dag sprake van een explosieve situatie waarbij de buien in een oogwenk tot enorme complexen konden uitgroeien met alle gevaren van dien: zwaar onweer, hagel en zware windstoten. Heel meteorologisch Nederland was het erover eens dat er een grote kans was op zwaar onweer en dat de zware buien halverwege de middag zouden ontstaan. Omdat de situatie potentieel zo gevaarlijk was, maar er geen zekerheid was dat de buien ook werkelijk zouden ontstaan werd er voor enkele provincies in het zuiden en oosten code oranje uitgegeven, een waarschuwing voor extreem weer van de één na hoogste klasse. De meteorologen schatten de kans op extreem weer in deze situatie in op 60%, wat dus betekent dat er 40% kans was dat het niet op zou treden. Een Weeralarm, code rood, en de hoogste waarschuwingsfase, is niet uitgeven omdat het dan voor meer dan 90% zeker moet zijn dat het verwachte extreme weer ook daadwerkelijk optreedt en bovendien leidt tot een grootschalige ontwrichting van de samenleving.

Het KNMI verwachtte dat het grootste deel van het land slechts een enkele onweersbui zou krijgen zodat voor die zondag voor de meeste provincies alleen de laagste waarschuwingsfase geel was uitgegeven. Terecht, zoals achteraf kon worden vastgesteld.

Uiteindelijk ontstonden de buien wel, maar pas later in de middag en voornamelijk dicht tegen de oostgrens. De buien waren hierdoor te kort boven Nederland om zich nog zodanig te kunnen organiseren dat er ook nog zware windstoten konden ontstaan. In andere bijdragen, onder meer op www.weer.nl , wordt het pas laat ontstaan van de buien onder andere toegeschreven aan een sterk “deksel” (inversie) op de atmosfeer, die ervoor zorgde dat de wolken niet uit konden groeien tot zware buien.

De oorzaak hiervan moet waarschijnlijk gezocht worden in een stabilisatie van de atmosfeer van bovenaf doordat Nederland onder de rechteruitgang lag van een gebied met relatief hoge windsnelheden in de bovenlucht (zie figuur 2). De linkeruitgang en rechteringang van dergelijke gebieden zijn voorkeursgebieden voor het ontstaan van extra actieve buien en storingen. De linkeringang en rechteruitgang zorgen juist voor een onderdrukking van de buienvorming. Dat was in de ochtend boven Engeland zichtbaar, terwijl er toen juist al wel buien vergezeld van onweer boven Nederland ontstonden. Een meteorologisch ingewikkelde situatie die zeker nog nader geanalyseerd zal worden.

De windsnelheid op 300 hPa en de luchtdruk aan de grond om 15 UTC op 21 augustus 2011 verwacht door HIRLAM. De hoogste windsnelheden zijn op dit tijdstip te vinden boven zuidoost Engeland.

Onweersrijke dinsdag

Dinsdag 23 augustus was het al gelijk in de nacht raak met zwaar onweer. Boven Frankrijk waren in de loop van maandag onweersbuien ontstaan die met een zuidelijke stroming langzaam naar het noorden trokken. Een van de buiencomplexen was uitzonderlijk actief en trok al aan het begin van de nacht met zeer intensief onweer, veel regen en plaatselijk veel wind over het zuidoosten van Nederland naar Duitsland. Opvallend bij dit complex was dat op sommige plaatsen de luchtdruk door dit systeem tijdelijk met 5 hPa steeg terwijl 50 kilometer verderop de luchtdruk juist tijdelijk 7 hPa omlaag ging in minder dan 2 uur tijd. Dat wijst op enorme onrust in de atmosfeer met alle gevaren vandien. Het KNMI verhoogde de waarschuwing voor Noord-Brabant en Limburg tijdelijk naar waarschuwingsklasse oranje, elders bleef geel van kracht. 

In de loop van de dinsdagochtend 23 augustus ontstond een volgend onweerscomplex dat boven midden België noodweer veroorzaakte met zware windstoten, veel regen in korte tijd, intensief onweer. Volgens een ooggetuige van het KMI in Ukkel werd enige tijd zo donker als de nacht. Dit systeem trok naar het noordoosten, waarbij de buien zelf feitelijk naar het noorden trokken in de zuidelijke bovenstroming (zie figuur 3). Doordat het complex aan de oostkant iedere keer aangroeide met nieuwe buien en het aan de westkant minder actief werd, verplaatste het systeem zich naar het noordoosten, iets wat wel vaker gebeurt bij zware buien. Het zware onweer boven België deed het KNMI besluiten om een waarschuwing voor extreem weer uit te geven voor Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en later ook voor Gelderland (code oranje). 

Dit actieve onweer trok verder naar Nederland en een uur nadat het over Ukkel trok werd was ook in Eindhoven sprake van een Egyptische duisternis en kwam het tot een wolkbreuk met zeer hoge neerslagintensiteiten. De meters op vliegveld Eindhoven kwamen tot een intensiteit van 120 mm neerslag per uur en dat leidde tot wateroverlast.

Naar verwachting zou het na de buien opklaren en snel warmer worden, tot 30 graden in het oosten van het land. Daardoor zouden nieuwe buien kunnen ontstaan die lokaal ook weer zwaar konden worden. De opklaringen lieten echter lang op zich wachten waardoor het in ons land niet zo warm werd. Dat was maar goed ook anders was die dinsdag niet alleen begonnen maar ook afgesloten met zware onweersbuien. In de loop van de middag kon het KNMI daarom code oranje beëindigen.

Niet gevonden wat u zocht? Zoek meer achtergrond artikelen