Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 12,2 °C tegen een langjarig gemiddelde van 9,2 °C was april zeer zacht. De maand komt daarmee op een gedeelde derde plaats van warmste aprilmaanden sinds 1901.
De maand begon met temperaturen rond normaal. Eerste paasdag, 1 april, was met een graad of 7 koel, zelfs wat kouder dan de afgelopen eerste kerstdag. Tijdens de passage van hogedrukgebieden kwamen enkele koude nachten voor met vooral in het oosten en zuiden lichte vorst. De laagste temperatuur, -2,9 °C werd gemeten op 6 april op de voormalige vliegbasis Twenthe. In De Bilt vroor het (net) niet, de laagste temperatuur was 0,0 °C, normaal daalt het kwik in 4 etmalen tot onder het vriespunt.
Na de eerste week kwamen we onder invloed van hogedrukgebieden boven Oost- en Noord-Europa. Er volgde een langdurige periode met zacht tot zeer zacht weer. De eerste warme dag (maximum temperatuur 20,0 °C of hoger) van het zomerseizoen werd in De Bilt op de zevende genoteerd. In De Bilt waren er negen warme dagen tegen normaal drie. Na de tiende kwamen de maxima tijdelijk wat lager te liggen, maar het bleef zacht. Een tweede zeer warme periode onder invloed van hogedrukgebieden, eerst boven Duitsland en Polen en later boven het Noordzeegebied, viel van 17 tot en met 22 april. De temperatuur liep landinwaarts op veel plaatsen op tot ruim boven de zomerse waarde van 25 °C. De eerste zomerse dag viel in Bilt op 19 april. In De Bilt kwam het tot drie zomerse dagen, normaal komen geen zomerse dagen voor in De Bilt. in het zuiden waren het er plaatselijk vier. De landelijk hoogste temperatuur, 29,6 °C, werd op de 19e op het vliegveld Lelystad genoteerd.
Het laatste deel van de maand lag de temperatuur rond of iets onder normaal. We verkeerden in een meestal westelijke stroming met regelmatig depressie-invloed met als gevolg wisselvallig weer.
Met gemiddeld over het land 74 mm neerslag tegen normaal 44 mm was de maand zeer nat. De eerste dagen viel van tijd tot regen. Eerste paasdag, 1 april, zorgden buien vooral in het noordwesten plaatselijk voor meer dan 20 mm neerslag. Op de derde viel in het westen en noorden 10-15 mm, de dag erna was het in het noorden met plaatselijk circa 25 mm flink nat. Tijdens de warme periode viel op de meeste plaatsen weinig regen. maar op de tiende en elfde viel in het zuiden plaatselijk 10-20 mm tijdens zomers aandoende onweersbuien. De warmte eindigde op de 22 april in het oosten met flinke onweersbuien waarbij plaatselijk meer dan 20 mm viel, ook richtten windstoten tijdens deze buien lokaal schade aan.
De rest van de maand verliep wisselvallig met regelmatig regen. In de avond van 29 april en nacht van de 30 april viel tijdens zware onweersbuien op veel plaatsen meer dan 20 mm, hier en daar werd meer dan 40 mm neerslag gemeten.
Het natst was het deze maand in het westen en noorden plaatselijk ongeveer 100 mm. Het natste station was Rotterdam met 107 mm. Het droogst was het in het oosten met plaatselijk niet meer dan circa 45 mm. Het droogste KNMI-station was Heino met 40 mm. In De Bilt viel 79 mm tegen 42 mm normaal.
Met gemiddeld over het land ongeveer 181 uur tegen normaal 178 was de zonneschijnduur vrijwel normaal. De eerste helft van de maand verliep somber, met uitzondering van een kortdurende zonnige periode van de zesde t/m de achtste. Van 16 t/m 23 april was het vaak (zeer) zonnig. De zeer warme periode viel in dit tijdvak. De rest van de maand was het met uitzondering van de zonnige 26ste vaak weer aan de sombere kant.
De landelijke verschillen waren klein. Het meeste scheen de zon in Hupsel, 193 uur, het minst in Eindhoven met 167 uur. In De Bilt scheen de zon 175 uur tegen 174 uur normaal.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 1 mei 2018/Adrie Huiskamp.