April was een zeer warme maand, met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 11,5°C tegen een langjarig gemiddelde van 9,8°C. Daarmee is het de op vijf na warmste aprilmaand sinds 1901.
Het zeer droge en zonnige maartweer zette zich aanvankelijk voort in april, aan de flank van een hardnekkig blokkerend hogedrukgebied boven Noord(west)-Europa. Eerst was de stroming oostelijk en werd er warme lucht aangevoerd, met op 3 en 4 april m.u.v. het noorden temperaturen boven de 20°C. Vanaf 5 april werd er met een noord- tot noordoostelijke stroming koelere lucht aangevoerd vanaf de Noordzee en lagen de maximumtemperaturen veelal tussen de 10 en 16 graden, het laagst in het noorden. De nachten waren fris, met landinwaarts temperaturen rond het vriespunt. In Eelde werd op 8 april met -4,0°C de laagste temperatuur van de maand bereikt.
Vanaf 11 april draaide de wind geleidelijk naar zuid en werd er warmere lucht aangevoerd. Op de 12e was het vrijwel overal warm met temperaturen tussen de 20 en 24 graden en in het Zeeuwse Westdorpe werd het met 25,3°C voor het eerst dit jaar zomers warm (25°C of meer) in Nederland. Later die dag en op 13 april trok er een regengebied over het land, waarna het zonnige en droge weer terugkeerde. Aanvankelijk daalde de temperatuur naar waarden tussen de 14 en 19°C maar op de 15e werd het opnieuw warm met op de meeste plaatsen meer dan 20°C.
Van 15 t/m 18 april hadden we te maken met een golvende frontale zone, waaruit het vooral in de oostelijke helft langdurig regende. In het (zuid)westen bleef het (meest) droog. Pas op de 18e trok de frontale zone langzaam noordoostwaarts weg en werd het geleidelijk overal droog, met vooral in het westen ook weer veel zon. In de neerslag bleef de middagtemperatuur steken op 11 à 12°C, terwijl de maximumtemperaturen in het (zuid)westen zich weer snel herstelden met 15-17 graden.
19 en 20 april waren meest zonnige en droge dagen, alleen in het noorden gooiden lage bewolking en mist vanaf zee roet in het eten. Op 21 en 22 april trok er een volgende storing met regen en buien over met name de zuidoostelijke helft van het land, in het uiterste (noord)westen bleef het opnieuw overwegend droog. De maximumtemperaturen liepen bij een zwakke noordoostenwind uiteen van 11°C op de Wadden tot 18 à 19°C in het zuidoosten. Op 23 en 24 april zorgde een laatste storing voor bewolkt en regenachtig weer, opnieuw met uitzondering van het (uiterste) westen. Met middagtemperaturen van 11-15°C was het vrij koel.
Vanaf 25 april stabiliseerde het weer aan de flank van een hogedrukgebied boven Scandinavië. In een (noord)oostelijke stroming werd er droge lucht aangevoerd en keerde het zonnige en droge weer terug, met maximumtemperaturen stijgend naar ca. 20°C. De laatste dagen van de maand lag het hogedrukgebied boven onze omgeving en was het zonovergoten en zeer warm, met middagtemperaturen tussen de 20 en 26 graden. Op 30 april werd in Woensdrecht met 26,3°C de hoogste temperatuur van de maand bereikt. Op de Wadden bleef het koeler met wind van zee. ’s Nachts koelde het af naar ca. 4°C en ontstonden er soms mistbanken.
April telde in De Bilt acht warme dagen, dat zijn dagen met een (maximum)temperatuur van 20,0 graden of hoger, en dat is ongeveer twee keer meer dan normaal (4 à 5 warme dagen). In het zuidoosten waren het er plaatselijk negen. Op de laatste dag van de maand registreerde De Bilt toch nog één zomerse dag (met tenminste 25,0°C). De Bilt registreerde ook geen vorstdagen (dagen waarop de minimumtemperatuur onder het vriespunt ligt), in het noordoosten waren dat er plaatselijk zes. Dat is minder dan normaal; het langjarig gemiddelde voor De Bilt in april is 3 à 4 vorstdagen.
Met gemiddeld over het land (op de automatische stations) 30 millimeter neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 40 millimeter, was april vrij droog. De neerslag werd echter wel bijzonder ongelijk verdeeld over het land. Met 50-80 millimeter was april in het uiterste (zuid)oosten en rond de Veluwe aan de natte kant, terwijl de maand in het noordwesten en langs de (zuid)westkust met nog geen 10 millimeter juist bijzonder droog was. In De Bilt viel met 37 millimeter iets minder dan normaal (42 millimeter).
Het neerslagtekort (sinds 1 april) liep daarmee op tot 45 millimeter en dat is hoger dan de mediaan (circa 28 millimeter). Na een droge februari en recorddroge maart is het vooral in de westelijke helft aanhoudend droog. Ook april leek lange tijd veel te droog te zullen eindigen, met tot en met 12 april een vrijwel geheel droge periode. Op de 13e viel er ongeveer 5 millimeter. Van 15 t/m 18 april viel er in het oosten op veel plaatsen 10-20 millimeter. Op 20 april viel er in het zuiden, midden en oosten 10-20 millimeter. Op 23 en 24 april viel er met uitzondering van de westkust en het noordwesten 5-15 millimeter en in het oosten regionaal 20-30 millimeter. De laatste zes dagen van de maand was het opnieuw droog.
Na een recordzonnige maart was ook april een zeer zonnige maand, met landelijk gemiddeld 261 uur zon tegen een langjarig gemiddelde van 196 zonuren. Ook in De Bilt was april zeer zonnig met 267 zonuren tegen 189 zonuren normaal, tevens goed voor een derde plaats in de lijst van zonnigste aprilmaanden sinds het begin van de metingen. Het zonnigst was het met ca. 280 zonuren in het zuidwestelijk kustgebied, het minst zonnig was het in het uiterste (noord)oosten met ‘slechts’ ongeveer 240 zonuren.
De eerste acht dagen van de maand waren zonovergoten, waarna er wat meer bewolking kwam maar er ook nog steeds flinke zonnige perioden waren. 16 en 17 april waren naast regenachtig ook heel somber en ook de andere natte dagen (21, 23 en 24 april) verliepen overwegend bewolkt. Daartussen scheen de zon ook af en toe. Vanaf de 25e werd het weer zonnig en de laatste vier dagen van de maand waren opnieuw zonovergoten. Landelijk zonloze dagen waren er niet maar gemiddeld telde de KNMI-stations ongeveer één zonloze dag en dat is gelijk aan de klimatologie.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020.
Definitief overzicht, De Bilt, 2 mei 2025 / Yorick de Wijs