Beoordeling lange termijn door meteoroloog
Geldig van zaterdag 20 december tot donderdag 01 januariKomende zaterdag duikt een lagedrukgebied zuid van Groenland naar de Golf van Biskaje, waarbij zich een grootschalige hoogtetrog vormt van Groenland tot aan het Iberisch Schiereiland. Als tegenhanger bouwt hoge druk boven het zuidoosten van Europa een rug op richting de Noorse Zee. Vervolgens bouwt deze rug zich volgende week verder op en vormt zich een omvangrijk hogedrukgebied boven Scandinavië. Een deel van de eerdergenoemde hoogtetrog bevindt zich dan als hoogtelaag boven het Middellands Zeegebied. Dit zorgt in onze omgeving voor een oostelijke stroming, waarbij de aangevoerde lucht geleidelijk steeds droger en kouder wordt. Vooral rond de kerstdagen is deze oostelijke stroming tijdelijk behoorlijk krachtig. In de periode richting oudjaar verplaatst het centrum van hoge druk zich waarschijnlijk westwaarts in de omgeving tussen IJsland en de Britse Eilanden, waardoor de stroming noordelijk(er) wordt en het iets wisselvalliger kan worden.
De overgang naar een geleidelijk kouder en overwegend droog weertype zit al runs op rij duidelijk in het EPS. Deze overgang gaat tijdelijk gepaard met een korte periode waarbij de stroming grotendeels wegvalt en de lucht nog relatief vochtig is. Komend weekeinde zien we hierdoor kans op mist in de nacht en ochtend, vooral aankomende zaterdag. Vanaf begin volgende week wordt de aangevoerde lucht geleidelijk droger, maar aangezien de brongebieden (nog) niet koud zijn en de aanvoer over een grotendeels sneeuwloos traject gaat, zal de temperatuur tot aan kerst rond het langjarig gemiddelde liggen. Vanaf -en vooral na- kerst lijkt koudere lucht onze omgeving wel te kunnen bereiken en neemt de kans op ijsdagen landinwaarts toe naar ca. 20% (was bij het EPS van 1612 slechts 5-10%) in combinatie met 30-40% kans op matige vorst in de nacht en ochtend. Dit laatste lijkt wat overdreven, omdat de minima door Sc-velden (die boven het nog relatief warme zeewater van de Oostzee gevormd worden) waarschijnlijk getemperd gaan worden. Het EPS schat de hoeveelheid zonneschijn (en dus ook opklaringen in de nacht) bij de eerste winterse (noord)oostelijke stroming vaak te positief in. Wat vooral zal opvallen is de gevoelstemperatuur zo rond kerst. Bij een straffe oostenwind voelt het dan overdag aan als ca. -4°C, in combinatie met vrij grijs weer. Een opvallend verschil in vergelijking met vorige EPS-runs is dat de optie met een as zuid van ons land vrijwel geheel is verdwenen. De zachtere leden worden nu puur veroorzaakt doordat echt koudere lucht ons land gewoonweg niet kan bereiken. De oostflank van het Scandinavisch hoog is dan te oostelijk gepositioneerd (20% van de leden). Naast dat het vrijwel droog blijft (neerslagkansen 10-20%), blijft ook de kans op winterse neerslag verwaarloosbaar. Een witte kerst zit er dan ook dit jaar niet in, het maximaal haalbare lijkt een enkele (mot)sneeuwvlok uit aangevoerde Sc-velden. Wanneer richting oudjaar de stroming mogelijk noordelijk wordt neemt de kans op winterse neerslag pas wat toe. Dit is echter nog ver weg, maar de clusters laten geen andere optie zien.
Eerst zacht, af en toe regen en in het weekeinde kans op mist in de nacht en ochtend. Begin volgende week aanhoudend grijs, maar vrijwel droog en geleidelijk minder zacht.
Eerst vrijwel droog met een grote kans (80%) op (vrij) koud winterweer en een kleine kans (20%) op een vrij zacht weertype. Aan het einde van de periode neemt de kans op (winterse) neerslag toe naar 20-30%.
Paraaf meteoroloog: grootn