Nieuwsbericht

Dieptepunt Kleine IJstijd al vóór Gouden Eeuw

18 oktober 2000

Na de eerste aanloop rond 1430 bereikte de befaamde Kleine IJstijd zijn dieptepunt kort vóór 1600 (midden in de Tachtigjarige Oorlog) en niet in de Gouden eeuw, zoals vaak ten onrechte wordt beweerd. De gemiddelde jaartemperatuur in het laatste kwart van de 16e eeuw is waarschijnlijk de laagste in de afgelopen duizend jaar. Ook het eerste kwart van de 17e eeuw was nog koud, maar daarna trad een duidelijk herstel op; het grootste deel van de Gouden Eeuw was zelfs relatief mild.

Dat is een van de vele onthullingen in het nieuwe deel van de unieke serie weerboeken van Jan Buisman, dat nu is verschenen. Buisman laat de betrekkelijkheid van het begrip Kleine IJstijd zien: de 17e eeuw was zeker geen aaneengesloten periode van koud weer: vooral het tweede kwart van die eeuw was duidelijk milder met zelfs het warme zomerduo 1636 en 1637 en vroege en rijke wijnoogsten.

Ook in dit vierde deel van Buisman's magnum opus passeert een rijk scala aan boeiende feiten de revue: pest, stormvloeden, water in de straten van Haarlem, hagelstenen, kometen en gestrande potvissen, wolven bij Roermond, klokken die uit zich zelf gaan kleppen door een aardbeving, koning Philips II die pleit voor het behoud van de bossen ("Ik ben bang dat degenen die na ons komen, veel te klagen zullen hebben als wij deze uitputten en verwaarlozen"), alsmede een groot aantal bekende en minder bekende historische gebeurtenissen waarin het weer soms een beslissende rol speelde, zoals de Tachtigjarige Oorlog, de Engelse Oorlogen en het Rampjaar 1672 met de moord op de gebroeders De Witt en de pest.

De overwinning van Stadhouder Maurits in de beroemde Slag bij Nieuwpoort (dit jaar 400 jaar geleden) was mede te danken aan het weer. De veldtocht van Maurits om de Duinkerker kapers te verjagen begon met tegenslag. De landingsvloot kon Oostende niet bereiken wegens tegenwind en ruwe zee en toen men het over land probeerde was er door de droogte gebrek aan drinkwater. Maar tijdens de befaamde slag zelf kwam het weer juist te hulp. De Spaanse troepen hadden de zon in de ogen en door de tegenwind (zeewind) kregen ze ook zand en rook in hun gezicht. Ooggetuige Antonis Duyck: "In desen slach hadde den viant groot verlet gehadt, dat de sonne hem altoos in de oigen stont, ende dat hij den wint so en tegen hadde, dat stof ende roock (van kanonnen en geweren) al op hem ende sijn volck in tgesichte dreef."

Ook dit deel van Buisman's serie biedt uitgebreide overzichten van de gebruikte bronnen, klimatologische classificaties van zomers en winters en tabellen van onder meer wijnoogstgegevens, hoogwaters in het stroomgebied van de Maas, jaarringbreedten, astronomische verschijnselen en scheepsrampen.

In deze periode werden de thermometers en barometers ontwikkeld, maar de echte meetreeksen begonnen iets later. De talloze afgeleide gegevens, die Buisman in de archieven vond, zijn alleen al door gebrek aan instrumentele gegevens van grote betekenis voor de reconstructie van het klimaat. De rode draad is het leven van de gewone man en vrouw, zoals eenvoudige ambachtslieden, minvermogende stedelingen en boerengezinnen. Mensen die moesten ploeteren voor hun bestaan. In de dagboeken, brieven en dergelijke komt helder naar voren waar de 17e eeuwer zich druk om maakte. Genealogen kunnen de gegevens gebruiken om het verhaal over hun familie aan te kleden en misschien om de vele sterfgevallen in een bepaald jaar te verklaren. Door het weer als uitgangspunt te nemen komen veel wederwaardigheden aan het licht: stormschade, wateroverlast, blikseminslag, de schaarste aan levensmiddelen en brandstof, moeilijkheden bij het reizen en veel meer.

De bijzondere combinatie van met feiten en uitgebreide bronvermeldingen gelardeerde degelijkheid en de levendige vertelkunst die Buisman hanteert, zoals het Historisch Geografisch Tijdschrift bij het vorige deel schreef, maken ook dit vierde deel tot een uitermate boeiend geheel. Een uitgebreid register maakt het boek zeer toegankelijk en geschikt als naslagwerk. Tegelijk met deel IV verschijnt de vijfde herdruk van deel I en de derde herdruk van deel II. De reeks verschijnt dankzij subsidie van de Europese Unie in Brussel. De komende jaren zijn nog drie delen gepland, waarbij het laatste deel geheel wordt gewijd aan de 20e eeuw.

De gegevens van het boek:
Auteur: Drs. Jan Buisman (redactie: A.F.V. van Engelen, KNMI)
Titel: Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen, deel 4
Geïllustreerd in kleur en zwart/wit, waaronder veel landkaarten
Aantal pagina's: 784

Voor informatie over "Duizend jaar weer, wind en water in de Lage landen, deel 4" kunt u contact opnemen met Uitgeverij van Wijnen, Postbus 172, 8800 AD Franeker. Telefoon: 0517 39 45 88

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. Toename broeikasgas methaan in hogere versnelling

    Wereldwijd warmt het klimaat op doordat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer steeds verd...

    17 april 2024 - Klimaatbericht
  2. De hoofdmoot van de jaarneerslag

    Alle regen in een jaar opgeteld bedekt Nederland gemiddeld met een laag water van 85 centimeter. ...

    15 april 2024 - Klimaatbericht
  3. Onmisbare metingen op zee staan onder druk

    We gebruiken de Noordzee om te varen, te vissen en energie op te wekken. Maar wist je ook dat vee...

    10 april 2024 - Klimaatbericht
  4. Verdroging start steeds vroeger in het voorjaar

    Op 1 april start officieel het groeiseizoen. Vanaf die dag houdt het KNMI het neerslagtekort bij ...

    02 april 2024 - Klimaatbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten