Fossiele energie: een dure lening

Verbranden van fossiele brandstoffen maakt de aarde op twee manieren warmer: via de vrijgekomen verbrandingswarmte en via het versterkte broeikaseffect door de vrijgekomen CO2. De tweede hoeveelheid warmte is veel groter dan de eerste.

Eenmalig - langjarig

De verbrandingswarmte komt eenmalig vrij. De vrijgekomen CO2 echter zorgt voor een extra opwarming van het klimaat door het versterkte broeikaseffect zolang als de hoeveelheid CO2 in de lucht verhoogd blijft. Het duurt vele tientallen jaren voordat de hoeveelheid CO2 weer op zijn oude niveau terugkeert. Hoeveel warmte het versterkte broeikaseffect levert, vergeleken met de verbrandingswarmte, is vrij eenvoudig uit te rekenen.

Verbrandingswarmte - broeikaseffect

Bij verbranden van aardolie geldt dat het versterkte broeikaseffect in één jaar ongeveer evenveel warmte aan het klimaat toevoegt als de verbrandingswarmte. Bij kolen is dit ongeveer 9 maanden, bij aardgas 15 maanden. Maar omdat de hoeveelheid CO2 zo veel jaren in de lucht verhoogd blijft, is de opwarming van de aarde door het versterkte broeikaseffect vele tientallen malen groter dan de opwarming door de verbrandingswarmte.

Dure lening

De warmte die het versterkte broeikaseffect toevoegt aan de aarde is dus tientallen keer zo groot als de verbrandingswarmte. Zelf vergelijk ik het met een (dure) lening waarop je gedurende tientallen jaren honderd procent rente per jaar aan rente betaalt.

KNMI-klimaatbericht door Peter Siegmund