Op 27 november 2022 barstte op Hawaii de vulkaan Mauna Loa, de grootste vulkaan op aarde, voor het eerst in 38 jaar uit. Dat heeft gevolgen voor de langste en meest bekende reeks van CO2-metingen in de wereld. De lava heeft zowel de stroomtoevoer als de toegangsweg naar het observatorium verwoest, waardoor er tijdelijk geen metingen meer kunnen worden gedaan.
Op de helling van deze vulkaan, op slechts een paar kilometer van de krater, ligt een van de belangrijkste meetstations van broeikasgassen ter wereld. De wetenschapper Charles Keeling (1928-2005) van het Amerikaanse Scripps Institution of Oceanography begon daar in 1958 met het meten van de hoeveelheid CO2 in de lucht. Hij koos deze plek, op 3400 meter hoogte, vanwege de afstand van het eiland Hawaii tot grote landmassa’s en vanwege het ontbreken van begroeiing op de top van de vulkaan. De metingen worden dus nauwelijks verstoord door lokale invloeden en geven daarmee een goed beeld van de wereldwijde concentratie van CO2 in de atmosfeer, in ieder geval voor het noordelijk halfrond.
Het is inmiddels de langste meetreeks van CO2 op aarde, die slechts een enkele keer kort onderbroken werd. Door deze metingen kwam Keeling er in het begin van de jaren zestig achter dat de hoeveelheid CO2 langzaam aan het toenemen was (figuur 1). Hij bevestigde daarmee het idee van de chemicus Arrhenius, die al aan het einde van de 19e eeuw vermoedde dat de mens door het uitstoten van bepaalde gassen kon bijdragen aan de versterking van het broeikaseffect. De tijdreeks is hiermee een icoon geworden van het wetenschappelijk bewijs dat menselijke activiteiten het klimaat op de aarde beïnvloeden en laat zien dat de hoeveelheid CO2 in de lucht gestegen is tot waarden die de aarde de afgelopen drie miljoen jaar niet gekend heeft.
Na de start van de metingen in Mauna Loa zijn er meer meetstations gekomen die de concentratie broeikasgassen in de lucht meten. De wereldgemiddelde concentratie CO2 wordt sinds 1980 bepaald aan de hand van vier meetstations: Barrow in Alaska, Mauna Loa op Hawaii, American Samoa en station South Pole op Antarctica. Hiermee zijn de metingen eerlijk verdeeld over het zuidelijk en noordelijk halfrond.
De metingen laten zien dat op het zuidelijk halfrond (American Samoa en South Pole) de seizoensvariatie, de verandering in CO2-concentratie tussen het begin van de lente en het einde van de zomer, kleiner is dan op het noordelijk halfrond (figuur 2). Dit komt doordat er minder landoppervlak is op het zuidelijk halfrond en dus minder planten en bomen die in het zomerhalfjaar CO2 uit de lucht kunnen opnemen. Ook ligt de gemiddelde concentratie CO2 op het zuidelijk halfrond iets lager, dit door minder uitstoot van CO2 door de mens op het zuidelijk halfrond.
In juni berichtte het NOAA (National Oceanographich and Atmospheric Administration) dat de wereldgemiddelde concentratie CO2 reeds met 50% is toegenomen in vergelijking met pre-industriële niveaus (voor 1850), dus voordat de mens op grote schaal fossiele brandstoffen begon te verbranden. Ondanks jaren van onderhandelingen is in de grafiek te zien dat de wereld er nog steeds niet in is geslaagd de CO2-concentratie minder snel te laten stijgen, laat staan te laten dalen.
Het is nog onduidelijk wanneer de metingen bij Mauna Loa kunnen worden hervat. Hopelijk wordt er snel een manier gevonden om deze iconische reeks voort te zetten.
KNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - KlimaatberichtDe nieuwe weersatelliet Meteosat 12 is vanaf vandaag operationeel. Deze satelliet is de eerste va...
04 december 2024 - NieuwsberichtEllen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - NieuwsberichtOp 30 november is het Atlantische orkaanseizoen officieel afgesloten. Dit jaar is het seizoen bij...
02 december 2024 - Nieuwsbericht