Klimaatbericht

65 jaar na de Watersnoodramp

31 januari 2018

Zeeland en delen van Zuid-Holland en Noord-Brabant werden 65 jaar geleden getroffen door de grootste Nederlandse natuurramp van de twintigste eeuw. Door een combinatie van noordwesterstorm en springtij braken 1 februari 1953 de dijken door en kwamen 1836 mensen om het leven. De Watersnoodramp was de aanleiding voor het bouwen van de Deltawerken, waardoor de kans op overstromingen flink is afgenomen.

Hoge waterstanden langs de kust komen in Nederland vooral voor bij windrichtingen tussen noord en noordwest. De wind kan dan over de Noordzee een grote massa water onze kant opstuwen. Zeker in combinatie met springtij, waarbij de waterstand al extra hoog is, kunnen de peilen langs onze kust hoge waarden bereiken.

Tijdens de storm van 1953 werd in Vlissingen een waterstand van 4,55 meter boven NAP bereikt. Zo’n hoge waterstand is daarna niet meer voorgekomen. De hoogste stand sinds het openen van de Oosterscheldekering in 1986 bedraagt 3,99 meter boven NAP.

Stormvloeden in de toekomst

De belangrijkste factoren die van invloed zijn op stormvloeden in Nederland zijn de zeespiegelstijging en verandering in het windklimaat

Er zijn verschillende factoren van invloed op veranderingen in de hoogte en frequentie van stormvloeden, maar de belangrijkste voor Nederland zijn de zeespiegelstijging en verandering in het windklimaat.

De veranderingen in het windklimaat lijken vooralsnog klein. Studies van het KNMI tonen geen verandering in de waterstanden voor de Nederlandse kust door toekomstige verandering in het windklimaat (Figuur 1). Ook een recentere studie laat geen verandering zien in het toekomstige windklimaat voor de Nederlandse kust.

De zeespiegel stijgt echter wel en bedraagt volgens de KNMI-14 scenario’s in Nederland in 2100 naar verwachting ongeveer 25 tot 80 cm ten opzichte van de periode 1981-2010. Nieuwe inzichten laten zien dat de stijging zelfs hoger zou kunnen zijn. Deze zorgt dus voor een significante toename in de hoogte van toekomstige stormvloeden.

Daarnaast moet rekening gehouden worden met verhoogde piekafvoeren van de rivieren in de winter in een veranderend klimaat. Als die tegelijk optreden met hoge waterstanden langs de kust wordt het moeilijk het overtollige water af te voeren en kunnen in het binnenland overstromingen dreigen. We moeten onze kustverdediging dus voortdurend blijven aanpassen om een nieuwe watersnoodramp zo goed mogelijk te voorkomen.

KNMI-klimaatbericht door Carine Homan

Figuur 1. Verandering in zeespiegel, stormopzet en piekafvoer Rijn. Bij stormopzet: zwarte lijn is beste schatting, rode balk is 95% kans interval. Rijnafvoer zonder (gestreept) en met (blauw vlak) overstromingen in Duitsland.
Figuur 1. Verandering in zeespiegel, stormopzet en piekafvoer Rijn. Bij stormopzet: zwarte lijn is beste schatting, rode balk is 95% kans interval. Rijnafvoer zonder (gestreept) en met (blauw vlak) overstromingen in Duitsland. (Bron: Katsman 2011)
Weerkaart 1 februari 1953
Weerkaart 1 februari 1953 ©KNMI
Maeslantkering
Maeslantkering (Bron: Gerrit Jan Postma)

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. Toename broeikasgas methaan in hogere versnelling

    Wereldwijd warmt het klimaat op doordat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer steeds verd...

    17 april 2024 - Klimaatbericht
  2. De hoofdmoot van de jaarneerslag

    Alle regen in een jaar opgeteld bedekt Nederland gemiddeld met een laag water van 85 centimeter. ...

    15 april 2024 - Klimaatbericht
  3. Onmisbare metingen op zee staan onder druk

    We gebruiken de Noordzee om te varen, te vissen en energie op te wekken. Maar wist je ook dat vee...

    10 april 2024 - Klimaatbericht
  4. Verdroging start steeds vroeger in het voorjaar

    Op 1 april start officieel het groeiseizoen. Vanaf die dag houdt het KNMI het neerslagtekort bij ...

    02 april 2024 - Klimaatbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten