De nieuwe weerradar van het KNMI

Het nieuwe weerradarsysteem van het KNMI met antennes bij de Koninklijke Marine in Den Helder en op de KNMI-toren in De Bilt, werkt volgens het Doppler-principe, waardoor het mogelijk wordt om naast de hoogtes van buienwolken ook windsnelheden in buien te meten. Deze informatie is van groot belang om het vliegverkeer tijdig te kunnen waarschuwen voor gevaarlijke weersomstandigheden. Daarnaast worden de gegevens, die de radar levert, gebruikt bij het opstellen van weersverwachtingen en waarschuwingen voor het grote publiek en specifieke doelgroepen. Als de weersomstandigheden daar aanleiding toe geven worden de bewegende radarbeelden getoond in de KNMI-weerberichten bij het NOS-journaal. De radarbeelden, die het KNMI aanbiedt voor PC-gebruik, zijn vooral populair bij agrarische bedrijven en Rijkswaterstaat.

Door plaatsing van radarantennes in De Bilt en Den Helder wordt niet alleen heel Nederland maar ook het aangrenzende deel van de zuidelijke Noordzee optimaal bewaakt. Het toenemende luchtvaartverkeer van helikopters boven de Noordzee, de sterk weersafhankelijke kleine luchtvaart en de commerciële luchtvaart vereisen een groter dekkingsgebied dan de huidige radars van het KNMI. Vandaar dat gekozen is voor Den Helder als lokatie voor één van de nieuwe radarantennes in plaats van de luchthaven Schiphol, waar het KNMI nu nog een antenne heeft staan.

De grotere reikwijdte van het nieuwe radarsysteem biedt ook betere mogelijkheden om de weerraders van andere nationale meteorologische instituten in Europa te integreren tot één netwerk. Zo wordt het Nederlandse radarnetwerk verbonden met Duitse en Belgische weerradars. Daardoor kan de kwaliteit van de weersverwachtingen verder verbeteren en kunnen waarschuwingen voor gevaarlijke weersomstandigheden nog tijdiger plaatsvinden.