Afgelopen januari verloor in een zware storm een containerschip op de Noordzee een groot aantal containers. We gaan hier in op de zeestromingen en de wind waardoor er veel drijfvuil aanspoelde op de Waddeneilanden.
Met een in Nederland overwegende zuidwestenwind en westelijke zeestroming bij de Wadden lijkt het vreemd dat er zoveel drijfvuil op de Wadden aanspoelde. De pech was dat er een noordwesterstorm optrad en er een ongunstig samenspel met waterstromingen was. Hierdoor werd resterend drijfvuil verderop in de Duitse Bocht deels teruggeduwd naar de kust.
Zeestromingen volgen, als je tijdelijke en lokale windeffecten buiten beschouwing laat, altijd een gemiddeld pad (zie figuur 3). De zeestroming in het Noordzeegebied is normaal gesproken meest noordelijk, maar tijdens het ongeluk met de containerschepen stond er een forse noordwestenwind. Daardoor werd de stroming beïnvloed.
In figuur 1 wordt de richting van de wind en de stroming in het gebied van het drijfvuil getoond. De stroomrichting van het zeewater -en daarin drijvende objecten- staat enigszins haaks op de windrichting. Door de draaiing van de aarde treedt op alles wat beweegt de Corioliskracht op: op het noordelijk halfrond buigen lucht- en zeestromingen hierdoor af naar rechts totdat een evenwicht is bereikt met andere krachten. Door dit samenspel van de Corioliskracht, luchtdrukverschillen en wrijving hangt de stromingsrichting af van de diepte. Dit verschijnsel heet de Ekmanspiraal (zie figuur 2).
De wind zelf heeft natuurlijk ook direct invloed op drijfvuil voor zover dat boven het water uitsteekt. Onder water hebben de zeestromingen echter het meeste effect. Gemiddeld had het oppervlakkige drijfvuil bij de noordwesterstorm dus een zuidelijke richting. Afhankelijk van welk deel uit het water steekt is dat zuidoost (windgedreven) of zuidwest (watergedreven). Daardoor spoelde er dus zoveel vuil aan op de Nederlandse kust.
Naast de negatieve effecten bood het volgen van dit drijfvuil voor oceanografen ironisch genoeg een mooie kans om zeestromen verder te onderzoeken. Figuur 3 geeft een overzicht van de gemiddelde zeestromingen, waarbij tijdelijke en lokale windeffecten buiten beschouwing zijn gelaten. Dat het water ten noorden van Denemarken niet door de Corioliskracht ‘naar rechts’ de Oostzee instroomt komt door de forse westwaartse uitstroom van zoet water van de rivieren die uitmonden in de Oostzee. Daardoor stroomde het meeste plastic via de gemiddelde stroming langs de Duitse kust en Denemarken naar Noorwegen en zo verder naar het noorden. Computerberekeningen laten zien dat het maanden tot zelfs jaren ten noorden van Noorwegen verblijft. Tot slot was er ook een geluk bij een ongeluk voor archeologen. Bij het bergen van het drijfvuil werd er ook een wrak van een historisch waardevol schip uit de 16e eeuw gevonden.
KNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - KlimaatberichtDe nieuwe weersatelliet Meteosat 12 is vanaf vandaag operationeel. Deze satelliet is de eerste va...
04 december 2024 - NieuwsberichtEllen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - NieuwsberichtOp 30 november is het Atlantische orkaanseizoen officieel afgesloten. Dit jaar is het seizoen bij...
02 december 2024 - Nieuwsbericht