Natte voeten op het strand op een mooie nazomermiddag half september…iedereen die dat ervaart merkt hoe lekker warm dit water nog aanvoelt! De energie van de zon die in de zomer als warmte in het Noordzeewater wordt opgeslagen, verwarmt in het najaar niet alleen de voeten, maar levert bij westenwind ook de voeding voor intense regenbuien in de kuststrook. Hoe warmer het water, des te intenser deze buien. De opwarming van de Noordzee door klimaatverandering veroorzaakt nu al extremere buien, een trend die zich de komende decennia naar verwachting zal voortzetten.
De oceaan op het noordelijk halfrond warmt ieder jaar door de jaarlijkse variatie in zonnestraling geleidelijk op in de lente en zomer en transporteert deze warmte via o.a. de Golfstroom naar onze regio. Ook warmt de zon de Noordzee lokaal op en stroomt warm rivierwater vanaf het land de Noordzee in. Omdat de warmtecapaciteit van water groot is en golven en wind de warmte over enkele tientallen meters diepte doormengen, bereikt de Noordzee haar hoogste temperatuur niet al in juni als de zon het hoogste staat, maar pas in augustus. Alles bij elkaar zorgt dit in de herfst voor een relatief warme strook water langs de kust en in de binnenwateren zoals het IJsselmeer (figuur 1).
Hoe warmer het water, hoe meer water er verdampt dat bij een westenwind met name in de kuststrook als regen op het land valt. In de herfstmaanden valt er in de kuststrook tot 40% meer neerslag dan het landelijk gemiddelde (figuur 2). Per graad warmer water neemt de verdamping boven zee onder gunstige atmosferische condities met zo’n 20 millimeter per maand toe. Hoeveel daarvan in de kuststrook valt, hangt ook af van het temperatuurverschil tussen land en zee. Het kusteffect is het grootst in oktober als de Noordzee gemiddeld 4 graden warmer is dan het land (figuur 2).
Door klimaatverandering is de Noordzee sinds 1950 met ruim één graad opgewarmd (figuur 3). Ook is de jaarlijkse neerslag toegenomen. Hoe dichter bij de kust, des te groter is de jaarlijkse neerslagtoename, oplopend tot gemiddeld zo’n 25% aan de kust tussen 1951 en 2009 (figuur 3). Dit blijkt uit een analyse van de verandering in neerslag gemeten op de KNMI-neerslagstations. Met het oplopen van de gemiddelde neerslag is ook de intensiteit van zware buien toegenomen. Zolang de broeikasgasconcentraties blijven stijgen en het water van de Noordzee steeds warmer wordt, moeten we met name in het najaar in het kustgebied rekening houden met zwaardere neerslag.
KNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - KlimaatberichtDe nieuwe weersatelliet Meteosat 12 is vanaf vandaag operationeel. Deze satelliet is de eerste va...
04 december 2024 - NieuwsberichtEllen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - NieuwsberichtOp 30 november is het Atlantische orkaanseizoen officieel afgesloten. Dit jaar is het seizoen bij...
02 december 2024 - Nieuwsbericht