Uitleg over

Ozonlaag

Het ozon in de atmosfeer, ook wel ozonlaag genoemd, neemt een belangrijk deel van de schadelijke ultraviolette straling van de zon op.

De dikte van de ozonlaag, tussen ongeveer vijftien en dertig kilometer hoogte, is vooral sinds de jaren tachtig afgenomen. Boven de Zuidpool verdwijnt in het voorjaar enige tijd ruim de helft van het ozon, begin december is dit gat weer dichtgegroeid. Ook boven onze streken is de ozonlaag dunner geworden, al is de afname veel minder. Ook hier is deze ozonafname het grootst in het voorjaar, terwijl in de herfst nauwelijks minder is gemeten.

Ozongat 2001

Ozonafbrekende stoffen

Vooral aan het eind van de winters 1995-1996 en 1996-1997 was de ozonlaag boven Nederland en België uitzonderlijk dun. Waarschijnlijk hing dit samen met de bijzondere weersituatie in West-Europa en zeer lage temperaturen in de ozonlaag. Hierdoor werd de afbraak door ozonafbrekende stoffen bevorderd. Ozonafbrekers zijn bijvoorbeeld CFK's, stoffen die onder meer in koelkasten en piepschuim zijn verwerkt.

Montreal Protocol

Op 1 januari 1989 ging het Montreal Protocol van kracht. Dit Protocol moet het gebruik van ozonafbrekende stoffen wereldwijd aan banden leggen. Die maatregelen hebben effect. Waarnemingen tonen aan dat de hoeveelheid ozonafbrekende stoffen in de atmosfeer aan het afnemen is. We zijn dus op de goede weg, maar daarmee is het ozonprobleem nog niet meteen de wereld uit.

Herstel ozonlaag

De ozonlaag zal waarschijnlijk nog deze eeuw beginnen te herstellen. Vermoedelijk duurt het nog tot de tweede helft van de volgende eeuw vóór deze volledig is hersteld. Ook dan zijn we nog niet uit de problemen. De toegenomen UV-straling, die een dunnere ozonlaag met zich meebrengt, heeft pas veel later zijn uitwerking. Ervan uitgaande dat de ozonlaag rond de eeuwwisseling het minimum bereikt, wordt een halve eeuw later het grootste aantal gevallen van huidkanker als gevolg van de ozonafname verwacht.

Gevaar UV-straling

De laatste tientallen jaren is het aantal gevallen van huidkanker al toegenomen. Die toename is echter nog voornamelijk toe te schrijven aan het UV blootstellingsgedrag, zoals een toename in zonvakanties. Met de verwachtingen voor de zonkracht, die het KNMI onder meer op NOS teletekst vermeldt, worden mensen regelmatig geattendeerd op de gevaren van het blootstellen aan UV-straling.

Meer uitleg over

  • Pollenkrans in stuifmeelkorrels van een sparreboom in de zon (Bron: Peter Paul Hattinga Verschure)

    Stuifmeel

    In het voorjaar produceren bomen en bloeiende grassen bij warm, zonnig weer en een lage luchtvochtigheid veel stuifmeel.
  • De meeste mensen zijn allergisch voor gras dat bloeit tussen mei en augustus (Bron:Jannes Wiersema).

    Hooikoortsweer

    Mensen met hooikoorts hebben last van stuifmeel (pollen) in de lucht. De verschijnselen komen het meeste voor in het voorjaar, met name in mei en juni.
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over