Tijdens de warme zomer en herfst van de afgelopen twee jaar zijn de Alpengletsjers sterk gesmolten. De afgelopen winter is zacht en wisselvallig verlopen. De gletsjers zijn daardoor aan het begin van de zomer met een meer dan gemiddeld dik pak sneeuw bedekt. Of dit genoeg bescherming biedt tegen het afsmelten dit jaar, moet nog blijken. Sinds 2001 is 37 procent van het Zwitserse gletsjerijs verdwenen.
De Alpenwinter van 2023-2024 is de tweede warmste na die van 2006-2007. Februari verliep recordwarm met 5,1 °C boven het langjarig gemiddelde van 1991-2020. De winter werd, net als in Nederland, gekenmerkt door een aanvoer van Atlantische lagedrukgebieden die veel neerslag brachten. Plaatselijk viel er tot drie keer zoveel neerslag als gemiddeld (afbeelding 1). Ook werd zachte lucht aangevoerd vanuit zuidwestelijke richting. De nationale weerdiensten van Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk hebben het weer van de afgelopen winter samengevat in een rapport wat twee keer per jaar uitkomt, het Alpenklimaat winter 2023-2024.
De buitengewoon grote hoeveelheid neerslag heeft alleen in de Alpengebieden boven 2500 meter geleid tot bovengemiddelde sneeuwdiktes (afbeelding 1 rechtsonder en afbeelding 2). Dit is een direct gevolg van de zachte winter. Op veel Zwitserse meetstations zijn bijvoorbeeld in begin december top vijf dagrecords gehaald met een sneeuwdump van 50 tot 70 cm. De vreugde was echter van korte duur omdat een paar dagen later het nulgradenniveau (de sneeuwvalgrens) alweer op 2200 meter lag, de sneeuw smolt en de overvloedige regen de sneeuw deels wegspoelde. Eind december lag er dan ook 90 procent minder sneeuw op 1000 meter dan gemiddeld over 1991-2020.
Begin april werd in Oostenrijk ongeveer zes weken eerder dan gemiddeld de eerste hittedag gehaald (meer dan 30 °C). De temperatuur lag 10-15 °C boven het gemiddelde. In de derde week van april werd dit weer gecompenseerd door een koude uitbraak en viel er plaatselijk tot 45 cm sneeuw. De maanden mei en juni waren grotendeels ook (plaatselijk zeer) nat en bovengemiddeld warm in Oostenrijk en Zwitserland. Op 3 juni is waarschijnlijk het kantelpunt van het seizoen bereikt, vanaf die dag smelt er meer sneeuw dan erbij komt. Het is de vraag of de sneeuw in de hogere regionen de zomer overleeft.
De zachte winter veroorzaakte ook een recordvroege (sinds 80 jaar registratie) bloei van onder andere appel en peer bloesems. De koude uitbraak in april zorgde vervolgens voor veel vorstschade in de wijn- en fruitsector.
Een sneeuwrijk einde van de lente geeft helaas geen garantie op een zomer en herfst met weinig afsmelt van de gletsjers. In 2023 begonnen de Oostenrijkse gletsjers in de Hohe Tauern de zomer met een goede beschermlaag door sneeuwval in de lente, maar door de bovengemiddeld warme zomer en herfst komt 2023 op de tweede plaats, na 2022, met hoogste massaverlies. De Zwitserse gletsjers zijn de afgelopen twee jaar 10 procent gesmolten (afbeelding 3), een hoeveelheid die vergelijkbaar is met het ijsverlies in dertig jaar tijd tussen 1960-1990. De winter van 2023-2024 heeft 30 procent meer sneeuw dan gemiddeld op de gletsjers gebracht en dit geeft voorzichtige hoop op een rustpauze voor de gletsjers deze zomer. De Zwitserse gletsjerwerkgroep GLAMOS merkt op dat de goede sneeuwbedekking van de winter 2023-2024 ook een keerzijde heeft: de bodemwarmte van de zomer van 2023 zit opgeslagen onder het isolerende sneeuwdek en warmt de permafrostlagen nog maandenlang op.
Op 30 november is het Atlantische orkaanseizoen officieel afgesloten. Dit jaar is het seizoen bij...
02 december 2024 - NieuwsberichtMet een gemiddelde temperatuur van 11,7 °C tegen een langjarig gemiddelde van 10,9 °C was de herf...
29 november 2024 - NieuwsberichtDe afgelopen tijd is Nederland in alle seizoenen opgewarmd. In de winter is de temperatuur in het...
27 november 2024 - KlimaatberichtStorm Conall bereikt woensdag 27 november Nederland. We verwachten woensdagavond in het noorden v...
26 november 2024 - Nieuwsbericht