visualisatie van het early warning centre
©KNMI
Uitleg over

Early Warning Centre (EWC)

Het klimaat verandert snel. Hierdoor komen weersextremen vaker voor. Daarom bouwt het KNMI de komende jaren aan een Early Warning Centre (EWC), een zogenaamd nationaal waarschuwingsadviescentrum.

De sneeuw in februari 2021, de lange hittegolf in 2020, voor het eerst temperaturen boven de 40 graden in 2019, de droogte van 2018, de zware storm op 18 januari 2018, de hagelbui in Noord-Brabant en Limburg op 23 juni 2016. Maar ook aardbevingen en vulkaanas. Door hiervoor eerder en met meer detail naar locatie en tijdstip te waarschuwen en te adviseren kunnen schade en slachtoffers voorkomen worden. 

De nadruk ligt bij het EWC op samenwerking, zowel op nationaal als internationaal niveau

Het KNMI adviseert en waarschuwt de samenleving om risico’s op het gebied van weer, klimaat en seismologie terug te dringen en schade en letsel te beperken. Dat is onze wettelijke taak. Om in te spelen op het veranderde weer en de maatschappelijke vraag gaat het KNMI eerder en preciezer waarschuwen en verandert de manier van werken. De nadruk ligt bij het EWC op samenwerking, zowel op nationaal als internationaal niveau, met marktpartijen, kennisinstellingen en mede-overheden. 

Gericht op 24/7 monitoring waarbij snel wordt ingespeeld op domein-overschrijdende gebeurtenissen met nieuwe producten en dienstverlening. Met het EWC wil het KNMI een grotere bijdrage leveren aan de veiligheid en welvaart van Nederland en daarbuiten.

Bekijk een vergroting van de infographic over het Early Warning Centre
Bekijk een vergroting van de plaat over het Early Warning Centre

Weerwaarschuwingen

De komende jaren werken we aan een verfijning van de weerwaarschuwingen. Hierbij is niet alleen aandacht voor publiekswaarschuwingen, maar vooral ook voor producten voor professionele gebruikers zoals veiligheidsregio’s en waterschappen. 

  • Eerder: onze weerwaarschuwingen worden nu maximaal 48 uur van tevoren uitgegeven. In sommige gevallen kan dit al tot een week vooruit. Zo vermelden we sinds juli 2021 als test mogelijke waarschuwingen voor de komende week bij de weersverwachting
  • Gedetailleerder: de huidige kleurcodes gelden per provincie. Dit leidt tot waarschuwingen op grote schaal, terwijl er een veel kleiner gebied met het extreme weer te maken kan krijgen. Zo zijn zomerse buien heel lokaal. De komende jaren testen we met professionele gebruikers of hier lokaler voor kan worden gewaarschuwd bijvoorbeeld per veiligheidsregio.
  • Impact: bij het verbeteren van onze waarschuwingen ligt de nadruk op impact, dus niet enkel wat het weer gaat zijn maar ook de gevolgen die het weer kan hebben.  
  • Handelingsperspectief: ook geven we adviezen hoe je je kunt voorbereiden op gevaarlijk weer.
  • Communicatiemiddelen: alle informatie die het KNMI verzamelt en maakt is openbaar en voor iedereen te gebruiken, bijvoorbeeld in verschillende weerapps. Op dit moment staan onze waarschuwingen op de KNMI-website en in de KNMI app. Waarschuwingen voor code oranje en code rood worden verspreid via de media, Twitter en verschijnen op NOS teletekst (pagina 713). Hierbij spelen ook de commerciële weerbureaus een belangrijke rol. We onderzoeken of we professionele gebruikers via apps specifieker en gepersonaliseerder kunnen bedienen. De komende jaren worden verbeteringen geleidelijk ingevoerd, een aantal daarvan zal ook voor het algemeen publiek beschikbaar worden. 

Klimaatattributie

Nadat er extreem weer is opgetreden volgt vaak direct de vraag wat de rol van klimaatverandering was. Met klimaatattributie kan de wetenschap sinds enkele jaren deze vraag steeds vaker en steeds sneller beantwoorden. Het KNMI wil de duiding van extreme weerevents in relatie tot klimaatverandering verbeteren. 

Klimaatdashboard

Het klimaatdashboard toont in één overzicht de gemiddelde temperatuur met daarin de trend, de verwachting en de verschillende klimaatscenario's voor de toekomst. Dit klimaatdashboard is in december 2020 gelanceerd als eerste monitoring-product van het EWC. In 2021 is het klimaatdashboard uitgebreid met meer klimaatvariabelen zoals neerslag en droogte. In 2022 volgen zonnestraling, wind en zeespiegel. Zowel het landelijk gemiddelde als een aantal afzonderlijke meetlocaties wordt getoond, omdat juist waarnemingen en scenario’s die gaan over de eigen regio voor herkenbaarheid zorgen.

Droogte

De extreem droge zomer van 2018 ligt nog vers in het geheugen. Vanuit de maatschappij kwamen er zeer diverse en vele vragen over de weerkundige situatie en met name hoe de droogte zich verder zou ontwikkelen. Zo lokaal en ver mogelijk vooruit. Het KNMI is verantwoordelijk voor de meteorologische metingen in Nederland, waaronder die van neerslag en verdamping. Door deze gegevens in een nieuwe module te koppelen aan een hoge resolutie weermodel was het KNMI snel in staat om op lokaal niveau de situatie te monitoren en een verwachting te geven over het verloop tot enkele weken vooruit. De informatie die hierdoor beschikbaar kwam, is door tal van afnemers, van waterschappen tot aan de Landelijke Commissie Waterverdeling, gebruikt in hun werkzaamheden en besluiten.

Vanaf 2021 gebruikt het KNMI - naast het neerslagtekort – twee nieuwe neerslagindexen om droogte te monitoren: de SPI en de SPEI.  Deze geven informatie over zowel droge als natte condities en is gedurende het hele jaar geldig. De SPI vergelijkt de hoeveelheid regen die is gevallen met wat er normaal aan regen volgens de klimatologie mag worden verwacht. De SPEI vergelijkt op dezelfde manier de klimatologie van het verschil tussen regen en potentiele verdamping.

Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over