De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters. 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter. Valt de neerslag in vaste vorm, bijvoorbeeld als sneeuw of ijzel, dan wordt de neerslag door een verwarmingselement in de regenmeter gesmolten. 1 millimeter smeltwater is te vergelijken met een sneeuwhoogte van 1 centimeter.
De neerslag wordt continu gemeten en op vaste tijdstippen wordt bepaald hoeveel neerslag er in de voorafgaande periode is gevallen. Op deze kaart staat hoeveel neerslag er de afgelopen 24 uur is gevallen.
Deze informatie wordt 's ochtends om 7.00 uur en 's avonds om 19.00 uur ververst. Zo is zichtbaar hoeveel regen er in een etmaal is gevallen. Het is dus mogelijk dat in de weerrapporten nul millimeter vermeld staat, terwijl het inmiddels volop regent. De regen die bijvoorbeeld overdag valt, wordt pas 's avonds in de tabel opgenomen. In de periode waarin de zomertijd geldt, liggen deze tijdstippen 1 uur later.
Op circa 322 KNMI-neerslagstations wordt dagelijks de neerslag gemeten met een standaardregenmeter. De aftappingen vinden eenmaal daags plaats om 08.00 uur UT (09.00 uur lokale tijd in de winter, 10.00 uur lokale tijd in de zomer). Waarnemers geven deze gegevens zo spoedig mogelijk door aan het KNMI. Op kaarten wordt de hoeveelheid neerslag van vandaag en de afgelopen dagen gepresenteerd. De hoeveelheden zijn afgerond in hele milimeters. De kaart van vandaag (aftapping 08.00 uur UT) is vanaf ca. 10.00 uur lokale tijd in de winter en 11.00 uur lokale tijd in de zomer beschikbaar. De neerslagkaarten worden daarna nog een aantal keren ververst. Naast de dagelijkse kaarten is ook een kaart met de gecumuleerde hoeveelheid gevallen neerslag in de lopende maand beschikbaar.