Automatisch weerstation Stavoren (Bron: Geuko Boog)
Foto: Geuko Boog
Uitleg over

Automatische weerstations

Het weer wordt op verschillende manieren gemeten. Het KNMI heeft een uitgebreid waarneemnetwerk. Een belangrijk onderdeel daarvan zijn de automatische weerstations. Veelgestelde vragen over deze automatische weerstations.

In deze video een bezoek aan KNMI-weerstation Wilhelminadorp in Zeeland met onze inspecteur Damian Nápoles Soto.

Wat meet een automatisch weerstation?

Een compleet automatisch weerstation van het KNMI meet luchttemperatuur, vochtigheid, luchtdruk, windsnelheid en -richting, de neerslaghoeveelheid, het type neerslag (regen, sneeuw), de hoogte van en hoeveelheid bewolking, zonnestraling en horizontaal zicht. Bewolking, zicht en het type neerslag worden niet op alle stations gemeten. Op een viertal stations in Nederland wordt ook de bodemtemperatuur gemeten.

algemeen weerstation
©KNMI
kaart van nederland met automatische weerstations
Automatische weerstations in Nederland op land en zee ©KNMI

Hoe werkt zo’n automatisch weerstation?

Op een automatisch weerstation zijn verschillende meetinstrumenten geplaatst die continu de weersomstandigheden meten. Iedere paar seconden wordt een meting verricht en gecontroleerd of het instrument goed werkt. De meetwaarden worden vervolgens naar het KNMI gestuurd. Daar wordt de data van alle weerstations opgeslagen en beschikbaar gesteld aan de weerkamer van het KNMI, verschillende afnemers - zoals waterschappen en commerciële weerbureaus - en gebruikt als invoer voor weersverwachtingsmodellen. Sommige waarnemingen worden daarvoor eerst gecombineerd met gegevens uit andere apparatuur, bijvoorbeeld die van de neerslagradars of het bliksemdetectienetwerk in Nederland.

Hoeveel automatisch weerstations zijn er?

Het KNMI heeft 48 automatische weerstations, waarvan 34 op land en 14 op zee. Verspreid over het land staan ook 14 windpalen. Daarnaast zijn er 3 automatische weerstations in Caribisch Nederland, op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 

Waarom wordt op deze locaties gemeten?

Vanuit de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) zijn richtlijnen gesteld aan de ruimtelijke spreiding van weerstations. Een voorbeeld hiervan is de eis voor weersverwachtingsmodellen, die inhoudt dat stations maximaal 30 kilometer uit elkaar mogen liggen. Ook is er een keuze gemaakt voor stations die verschillende omgevingen representeren, zoals stations aan zee, meer landinwaarts, nabij stedelijk gebied of afhankelijk van bodemgesteldheid. 

Hoe worden de meetgegevens gebruikt?

De waarnemingen uit het meetnet worden gebruikt voor het maken en bewaken van weersverwachtingen voor heel Nederland of voor specifieke locaties als luchthaven Schiphol. Dat gebeurt in de weerkamer van het KNMI, maar ook door meteorologen van  commerciële weerbureaus. De actuele gegevens worden gedeeld met andere nationale instituten. Daarnaast is de data essentieel voor het klimaatonderzoek. Het KNMI meet op een aantal locaties al vanaf 1901. Door de langjarige reeksen die zijn opgebouwd, is het mogelijk vast te stellen hoe het klimaat in Nederland verandert. 

De automatische weerstations verrichten synoptisch waarnemingen. Synoptisch is een samentrekking van synchroon (tegelijkertijd) en optisch. Het zijn waarnemingen die overal op de wereld op hetzelfde tijdstip en op dezelfde manier worden verricht. Dit maakt de op weerkaarten verwerkte uitkomsten onderling vergelijkbaar.

Waar kan ik de meetgegevens vinden?

De actuele meetgegevens zijn op onze website te vinden onder waarnemingen en via onze weer-app.  Data uit het verleden staat onder klimatologie.

Zijn de meetgegevens op de KNMI-website gecontroleerd en goedgekeurd?

De meetgegevens onder waarnemingen zijn niet gevalideerd, dat wil zeggen er nog een controleslag gedaan moet worden. Bij meetgegevens onder klimatologie staat vermeld of het om ongevalideerde data gaat. Als dit niet vermeld staat, gaat het om gevalideerde data.

Hoe actueel zijn de meetgegevens op de KNMI-website?

Op automatische weerstations wordt continue gemeten. De waarnemingen op de KNMI-website worden automatisch elke 10 minuten ververst.

Soms ontbreken er (een aantal) waarnemingen van een weerstation, hoe kan dat?

Het KNMI onderhoudt het landelijk meteorologisch meetnetwerk. Als er tijdelijk geen metingen doorgegeven worden vanaf een weerstation kan dat verschillende oorzaken hebben. Er kan een storing zijn, door een kink in de kabel of een sensor die uitvalt. Dit wordt dan zo snel mogelijk opgelost. Het kan ook zijn dat er op dat moment onderhoud plaatsvindt op het station en de stroom kortstondig van het station af wordt gehaald. De waarnemingen worden dan nog wel gedaan en worden dan tijdelijk opgeslagen en daarna weer doorgegeven aan het netwerk. Het komt ook wel eens voor dat waarnemingen verlaat binnenkomen op het netwerk en er dan al wel overzichtskaartjes gedraaid worden. Als data van een bepaald station nog niet binnen zijn, mist dat station op de kaart. De gegevens worden elke 10 minuten geactualiseerd, bij een volgende run staat het station dan wel op de kaart. 

Ik zie regelmatig KNMI auto’s rond rijden in Nederland. Waar is dit voor?

Dagelijks zijn medewerkers van het KNMI onderweg van en naar de AWS-en in het nationale meetnet. Op locatie brengen ze de actuele omgevingssituatie van het station zo goed mogelijk in kaart. Ook zijn er collega’s die de meetinstrumenten inspecteren, en waar nodig onderhouden en storingen oplossen. Ieder instrument in het meetnet komt met enige regelmatig terug in De Bilt voor een bezoek aan het ijklaboratorium. Daar wordt gecontroleerd of het instrument nog nauwkeurig genoeg meet. 

Waarom is gekozen voor De Bilt als representatief voor Nederland?

Het KNMI bevindt zich sinds 1897 in De Bilt. Deze locatie wordt vanwege de centrale ligging als representatief gezien voor gemiddeld Nederland. Het is voldoende ver van de kust om geen volledig zeeklimaat te hebben en ook voldoende ver ten opzichte van het oosten en zuidoosten om niet vooral landklimaat te ervaren. In het Klimaatsignaal'21 en de KNMI-klimaatscenario's gebruiken we voor temperatuur De Bilt. Bij zonnestraling, neerslag en neerslagtekort zijn de ruimtelijke verschillen groter en gebruiken we meer stations voor de landelijke waarde.

Meer uitleg over

  • Oplating van een radiosonde in De Bilt door Kees Smith van het KNMI. Rechts op de foto zien we de ballon met de parachute waarmee de sonde (het kastje links) uiteindelijk omlaag komt ©KNMI

    Weerballon of radiosonde

    Dagelijks wordt rond middernacht een weerballon opgelaten vanaf het waarneemterrein van het KNMI in De Bilt. De weerballon registreert gegevens van de bovenlucht.
  • Radarbeeld van 28 mei 2000 om 13.05 UTC ©KNMI

    Neerslagradar door de jaren heen

    Een neerslagradar is een rondzoekradar voor het waarnemen van neerslag. Het KNMI heeft een neerslagradar in Herwijnen en in Den Helder.
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over