Bij de Open Dag konden bezoekers vragen indienen over klimaatverandering, die we nadien in een klimaatbericht zouden behandelen. Vorige week hebben we de vragen van kinderen tussen de 7 en 13 jaar beantwoord. Hier bespreken we de klimaatvragen van de oudere bezoekers.
Klimaatverandering roept bij sommige mensen sterke emoties op. Sociale media lopen intussen over van de veelheid aan misinformatie over dit onderwerp. Als KNMI proberen we het hoofd koel te houden en zo duidelijk mogelijk de wetenschappelijke inzichten uit te leggen.
Mensen die informatie willen over klimaatverandering kunnen altijd bij ons terecht. In onze communicatie leggen we ook uit waar een bepaalde conclusie op gebaseerd is, zodat mensen de redenering kunnen volgen. Dat heeft als bijkomend voordeel dat ze misinformatie daarover dan sneller als zodanig zullen herkennen. Specifieke vragen proberen we te beantwoorden, maar incorrecte stellingnames op sociale media laten we aan ons voorbij gaan, omdat je anders al snel in een welles-nietes gesprek terecht komt.
Er zijn inderdaad tekenen dat de warme golfstroom geleidelijk afzwakt. De invloed daarvan is tot dusver beperkt, maar dat zou wel eens kunnen veranderen. De golfstroom, en de grotere Atlantische circulatie waar die onderdeel van uit maakt, kent namelijk een kantelpunt. Voorbij dit kantelpunt neemt de circulatie vrij plots sterk af en komt nagenoeg tot stilstand. Uit recente inzichten blijkt dat dat kantelpunt dichterbij is dan we tot voor kort dachten.
De gevolgen daarvan zouden dramatisch zijn – een term die we niet lichtvaardig gebruiken. Als die circulatie stopt, zal Noordwest Europa fors gaan afkoelen, ook al warmt de rest van de aarde nog steeds op. Die afkoeling zou dusdanig snel gaan zijn, dat er te weinig tijd is om afdoende maatregelen te treffen om met de gevolgen om te gaan. Meer over dit kantelpunt is te lezen in dit klimaatbericht en binnenkort verschijnt nieuw KNMI-onderzoek hiernaar.
Nee, de ligging van hoge- en lagedrukgebieden wordt gestuurd door de straalstroom; krachtige westenwinden hoog in de atmosfeer die als een kronkelende rivier de hele aarde omspannen. De straalstroom is turbulent, wispelturig en niet te temmen.
Ed Lorenz, de ontdekker van de chaos theorie, merkte op dat de exacte ligging en sterkte van een storm afhankelijk is van hele kleine verstoringen zoals de vleugelslag van een vlinder. Die gevoelige afhankelijkheid voor verstoringen maakt controle over het weer onmogelijk.
Per reizigerskilometer stoot je met een vliegtuig ongeveer net zo veel CO2 uit als wanneer je alleen met de auto reist. Maar met de auto heb je natuurlijk de mogelijkheid om die uitstoot over meerdere personen uit te smeren door samen te reizen, en met het vliegtuig maak je al snel veel meer kilometers. Vooral dat laatste maakt dat vliegreizen zo veel uitstoot veroorzaken.
Naast de uitstoot van CO2 heeft de luchtvaart ook op een andere manier invloed op het klimaat: de waterdamp die op grote hoogte wordt uitgestoten blijft daar relatief lang hangen en veroorzaakt soms vliegtuigstrepen. Die houden ook warmte vast. De luchtvaart is daardoor verantwoordelijk voor ongeveer vier procent van de opwarming tot nu toe. Let wel: de helft van de vliegtuigkilometers wordt gemaakt door slechts 1 procent van de wereldbevolking. De meeste mensen vliegen niet of nauwelijks.
De opwarming sinds eind 19de eeuw is onmiskenbaar het gevolg van menselijk handelen, zo concludeerde het laatste rapport van het VN klimaatpanel. Die conclusie stoelt op meerdere bewijslijnen: Op basis van onder andere isotopen weten we dat de verbranding van fossiele brandstoffen de oorzaak is van de CO2-toename. Basale natuurkunde leert ons dat CO2 en andere broeikasgassen warmtestraling tegenhouden. De verbranding van fossiele brandstoffen moet dus wel tot opwarming leiden.
Ook in het verre verleden blijkt dat CO2 een sleutelrol had bij het veroorzaken of versterken van langzame veranderingen in het aardse klimaat. Het verschil met het heden is dat wij mensen nu de CO2 concentratie in een heel hoog tempo omhoog jagen. Klimaatmodellen bevestigen dat de geobserveerde opwarming alleen verklaard kan worden als zowel natuurlijke als menselijke factoren worden meegenomen. Tenslotte zijn er nog specifieke waarnemingen (zogenaamde vingerafdrukken) die erop wijzen dat de opwarming komt door de CO2-toename.
Inderdaad kan warm water minder CO2 bevatten. De conclusie dat de CO2-toename in de atmosfeer dus uit de steeds warmer wordende oceaan komt, klopt echter niet. Als dat wél zo zou zijn, zou de CO2-concentratie in de oceaan natuurlijk moeten afnemen. Dat is echter niet het geval. Integendeel: ook in de oceaan neemt de CO2-concentratie toe, ondanks het feit dat het zeewater steeds warmer wordt. Er gaat dus meer CO2 van de lucht naar de oceaan dan andersom, waardoor het oceaanwater verzuurt.
Het zeewater wordt intussen ook warmer door het versterkte broeikaseffect, dus het water zal na verloop van tijd een steeds kleiner deel van de door ons uitgestoten CO2 opnemen. Daardoor blijft een steeds groter deel van die CO2 in de atmosfeer, wat de opwarming versterkt.
Door het smelten van de grote ijskappen op Groenland en Antarctica verandert inderdaad de vorm van de aarde: de polen worden nog iets “platter”, terwijl het extra zeewater vooral op gematigde en lage breedtegraden voor een kleine “uitdijing” zorgt. Door die dikkere vorm draait de aardbol iets langzamer rond en is de daglengte met ongeveer een milliseconde toegenomen. De meeste mensen merken daar natuurlijk niets van, en het beïnvloedt ook niet hoe we klimaatverandering ervaren. Wel kan het belangrijk zijn voor bijvoorbeeld GPS navigatie en andere zaken die van precieze tijdsaanduiding afhangen.
De studie van klimaatveranderingen in het verre verleden (paleoklimatologie) vormt een heel belangrijke bron van kennis en inzicht, maar het is geen specifiek onderzoeksgebied voor het KNMI. Wel schrijven we soms een klimaatbericht hierover. Het KNMI houdt zich vooral bezig met het snijvlak van weer en klimaat. Zo maken we klimaatscenario’s voor Nederland, waarmee mensen een beeld krijgen van wat we kunnen verwachten op het gebied van klimaatverandering de komende decennia en eeuw(en).
Een tornado is een sterke windhoos. De tornadokracht wordt weergegeven op de Enhanced Fujita schaal. Windhozen komen geregeld voor in Nederland, maar zijn in de meeste gevallen te zwak om een tornado genoemd te worden (al zijn er natuurlijk uitzonderingen), in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar zware tornado’s vaker voorkomen.
Vanaf vandaag is de nieuwe KNMI-app te downloaden. We gaan steeds eerder en gerichter waarschuwen...
05 november 2024 - NieuwsberichtAfgelopen woensdag 29 oktober werd Spanje getroffen door de zwaarste overstroming van deze eeuw. ...
01 november 2024 - KlimaatberichtOktober was een zachte maand, met een gemiddelde temperatuur van 12,1°C tegen een langjarig gemid...
31 oktober 2024 - NieuwsberichtTer gelegenheid van het 10 jarig jubileum is vandaag een rapport van World Weather Attribution (W...
31 oktober 2024 - Klimaatbericht