Stormen waarvoor het KNMI een code oranje of rood voor windstoten uitgeeft, krijgen een naam. In uitzonderlijke gevallen kan een storm ook bij code geel een naam krijgen. Veelgestelde vragen over de naamgeving van stormen.
Hieronder de namenlijst voor stormseizoen 2023-2024. Voor de toelichting bij de Nederlandse inbreng bekijk het nieuwsbericht van 1 september 2023.
Lijst met stormnamen 2023-2024 |
Agnes |
Babet |
Ciarán (spreek uit: Keeran) |
Debi |
Elin |
Fergus |
Gerrit |
Henk |
Isha |
Jocelyn |
Kathleen |
Lilian |
Minnie |
Nicholas |
Olga |
Piet |
Regina |
Stuart |
Tamiko |
Vincent |
Walid |
Met de stormnamen willen we het bewustzijn van gevaarlijk weer vergroten. Door herkenbaarheid hopen we zoveel mogelijk mensen te bereiken met onze waarschuwing voordat het weer toeslaat. Het benoemen van stormen door het KNMI kan de communicatie van naderend gevaarlijk weer via de media en andere overheidsinstanties helpen. De voortgang van de storm is daardoor gemakkelijker te volgen via de media, social media en online.
De helft van de Nederlanders (52%) is voorstander van naamgeving van een storm, boven het omschrijven van een storm zonder naam (30%). Dit blijkt uit onderzoek naar onze weerwaarschuwingen in 2020, al is het te vroeg om na één seizoen al conclusies te trekken. Bij een volgende storm willen we dit onderzoek uitbreiden. Uit onderzoek in Groot-Brittannië blijkt dat naamgeving van stormen het bewustzijn van gevaarlijk weer verhogen, een consistente boodschap aan het publiek geeft en mensen ertoe aanzet actie te ondernemen om schade en letsel te voorkomen.
De criteria voor het benoemen van stormen is gebaseerd op een combinatie van zowel de impact die het weer kan hebben als de kans dat het weer optreedt. Een storm krijgt een naam bij een code oranje of code rood voor windstoten. In uitzonderlijke gevallen kan een storm ook bij code geel een naam krijgen, bijvoorbeeld wanneer Groot-Brittannië of Ierland een storm een naam geeft die ook in Nederland tot onstuimig weer kan leiden of wanneer er een verwachting is van een mogelijke opschaling naar code oranje op een bepaald moment binnen code geel. Als een storm die hier impact kan gaan geven al een naam heeft gekregen van een andere Europese groep nemen wij deze naam over.
Vanuit EUMETNET, een netwerk van Europese Nationale Meteorologische Diensten, wordt een systeem ontwikkeld met stormnamen voor heel Europa.Momenteel zijn er vijf actieve groepen in Europa, waarbij steeds meer landen aansluiten. Nederland (KNMI) maakt deel uit van de westgroep, daarin werken Groot-Brittannië (Met Office) en Ierland (Met Éireann) al langer samen. Wij hebben ons aangesloten bij de westgroep omdat in ons land de meeste stormen uit het westen komen.
Om te voldoen aan de internationale afspraken voor stormnamen van het National Hurricane Center, zijn er geen namen die beginnen met de letters Q, U, X, Y en Z. Dit zorgt voor consistentie voor de officiële naamgeving van stormen in de Atlantische Oceaan.
In Groot-Brittannië en Ierland kan het publiek suggesties voor namen insturen. Daaruit zijn de populairste geselecteerd. In Nederland heeft het KNMI een lijst opgesteld. Van de namen van de drie landen is een definitieve lijst gemaakt. Dit jaar heeft het KNMI voor het eerst het publiek betrokken bij de namen. Bezoekers aan onze open dag in oktober 2022 konden suggesties inzenden, daaruit is een aantal namen geselecteerd.
De kans is klein dat de hele lijst met namen gebruikt wordt. Toch verschijnt elk jaar in september - aan het begin van het stormseizoen - een nieuwe namenlijst. Hiermee voldoen we aan de internationale standaard van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). Er zijn zes centra over de wereld die storm/orkaan namen monitoren. Het National Hurricane Center, waarmee het KNMI samenwerkt, doet dit voor de Atlantische Oceaan en een klein deel van de Grote Oceaan. Daarnaast kan het zijn dat in de toekomst de verschillende groepen in Europa worden uitgebreid en dat houdt in dat het gebied waarin stormen kunnen voorkomen groter wordt en er dus meer namen gebruikt kunnen worden.
In Nederland komen stormen een paar keer per jaar voor. Het stormseizoen loopt van september tot september. Het afgelopen seizoen was er maar één storm in Nederland. In de twee stormseizoenen daarvoor kregen elk seizoen vier stormen een naam in Nederland. Het eerste seizoen, 2019-2020, hadden we één storm met een naam: Ciara, op 9 februari 2020. Het kan ook zijn dat een storm in Groot-Brittannië of Ierland een naam krijgt, maar ons land niet bereikt of hier niet tot een waarschuwing leidt.
Klimaatmodellen laten voor de toekomst geen toename zien van de windsterkte, de waarnemingen laten een afname zien in het binnenland. Deze afname komt deels door de verruwing van het landschap: meer gebouwen remmen de wind af. De hoogte van stormvloeden neemt in de toekomst wel toe: de wind boven zee heeft geen trend maar de zeespiegel stijgt.
Als een storm een overblijfsel is van een tropische storm of orkaan met de naam X en hij die de Atlantische Oceaan is overgestoken, verwijzen wij naar deze storm als bijvoorbeeld ‘ex-orkaan X’. Dit doen we om verwarring over naamgeving te voorkomen.
Het KNMI neemt sinds september 2019 deel aan een samenwerkingsverband van EUMETNET, een netwerk van Europese Nationale Meteorologische Diensten, waarbij stormen een naam krijgen. EUMETNET streeft naar een systeem ontwikkeld met stormnamen voor heel Europa. Momenteel zijn er vijf actieve groepen in Europa. Nederland (KNMI) maakt samen met Groot-Brittannië (Met Office) en Ierland (Met Éireann) deel uit van de westgroep, omdat in ons land de meeste stormen uit het westen komen.
De zuidwestgroep wordt gevormd door België, Luxemburg, Frankrijk, Spanje en Portugal. In de noordgroep zitten Denemarken, Zweden en Noorwegen. Sinds 2021 zijn er ook twee nieuwe groepen rond de Middellandse Zee. De centraalgroep met Italië, Slovenië, Kroatië, Noord-Macedonië, Montenegro en Malta. En de zuidoostgroep met Griekenland, Cyprus en Israël. Iedere groep heeft zijn eigen namenlijst, maar als de storm zich van het ene naar het andere gebied verplaatst behoudt deze zijn eerst gegeven naam. Duitsland behoort niet tot een groep, zij hebben een commercieel systeem voor stormnaamgeving.
Storm | Datum | Waarschuwing |
Poly | 5 juli 2023 | Code rood in Noord-Holland, Flevoland, Friesland en het IJsselmeergebied. Code oranje in Zuid-Holland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Code geel in de rest van het land. |
Afgelopen seizoen bereikte storm Poly ons land. Duitsland heeft dit lagedrukgebied al een naam gegeven. Als een storm die hier impact kan gaan geven al een naam heeft gekregen van een andere Europese groep nemen wij deze naam over.
Storm | Datum | Waarschuwing |
Corrie | 31 januari 2022 | Code oranje in Noord-Holland, Friesland, het Waddengebied en het IJsselmeer, code geel in de rest van het land. |
Dudley | 16 februari 2022 | Code geel in het hele land. |
Eunice | 18 februari 2022 | Code rood in Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland, Flevoland, het IJsselmeergebied en het Waddengebied. Code oranje in de rest van het land m.u.v. Limburg, daar geldt code geel. |
Franklin | 20 februari 2022 | Code oranje in Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland en IJsselmeergebied, code geel in de rest van het land. |
In februari 2022 raasden in vier dagen tijd drie stormen over ons land: Dudley, Eunice en Franklin. Storm Eunice staat in de top 3 zwaarste stormen in ruim vijftig jaar. In een deel van het land waarschuwden we 18 februari 2022 met een code rood. De eerste storm van het seizoen was Corrie. Op 31 januari 2022 stond hiervoor code oranje uit in een deel van het land.
De namen die Nederland dit seizoen heeft ingebracht staan in het nieuwsbericht Stormnamen 2021-2022.
Storm | Datum | Waarschuwing |
Odette (overgenomen van de zuidwestgroep) | 25 september 2020 | Code geel in Zeeland en Zuid-Holland |
Bella | 27 december 2020 | Code geel in het hele land |
Christoph | 20 en 21 januari 2021 | Code geel in Noord-Holland en Waddengebied |
Darcy | 7 februari 2021 | Code rood in heel Nederland |
Dit seizoen hadden we een bijzondere situatie met (sneeuw)storm Darcy, waarvoor het KNMI op 7 februari in het hele land code rood uitgaf. Andere stormen die een naam kregen waren Christoph op 20 en 21 januari (code geel in Noord-Holland en het Waddengebied) en Bella op 27 december 2020 (code geel in het hele land). Zeeland en Zuid-Holland kregen op 25 september 2020 te maken met storm Odette, die naam werd overgenomen uit de zuidwestgroep waar onder andere België deel van uitmaakt. In totaal kwamen we in dit seizoen tot de letter E. De stormen Aiden en Evert bereikten Nederland niet.
De namen die Nederland dit seizoen heeft ingebracht staan in het nieuwsbericht Stormnamen 2020-2021.
Storm | Datum | Waarschuwing |
Ciara | 9 februari 2020 | Code oranje in het hele land |
In februari 2020 was de wind bovengemiddeld sterk. Doordat op grote hoogte een sterke straalstroom aanwezig was, was het een komen en gaan van lagedrukgebieden in onze regio. Eén keer gaven we een code oranje uit voor (zeer) zware windstoten: op 9 februari 2020 trok storm Ciara over ons land. Dit was de eerste storm in Nederland die een naam kreeg. In dit stormseizoen kwamen we tot de letter F. De stormen Atiyah, Brendan en Ellen bereikten Nederland niet. Storm Dennis (16 februari, een week na Ciara) en Francis (25 en 26 augustus) zorgde hier wel voor zware windstoten, maar daarvoor gaven we geen code oranje uit.
Na evaluatie van het eerste stormseizoen hebben we de drempel voor naamgeving verlaagd. Een storm kan in sommige gevallen ook een naam krijgen bij code geel.
De namen die Nederland dit seizoen heeft ingebracht staan in het nieuwsbericht Stormen krijgen namen in samenwerking met Groot-Brittannië en Ierland.
Het land dat de storm het eerst bereikt, geeft de storm een naam. Omdat de namenlijst in Groot-Brittannië, Ierland en Nederland gebruikt wordt, kan het zijn dat – in dit geval van Atiyah - Ierland een storm een naam geeft en die storm Nederland niet bereikt of hier niet tot een waarschuwing leidt.